Normal_lr_20170929_mbo_collegealmere_vm_2443

"Stress, niets te doen en prestatiedruk: bijna de helft van de jongeren lijdt zwaar onder corona", kopte dagblad Trouw n.a.v. onderzoek van het CBS. Wat kunnen scholen en leraren betekenen voor leerlingen in deze tijden van onzekerheid? "We zitten nu op een kruispunt met de leraar als een soort wisselwachter die kan bijdragen de energie de goede kant op te laten gaan."  

‘Het zijn onzekere, moeilijke tijden waarin een groot beroep gedaan wordt op aanpassingsvermogen, weerbaarheid en creativiteit.’  Zo opende ruim een jaar geleden Jan Ruigrok zijn eerste blog n.a.v. de lockdown. In de serie ‘Als het huis te klein is’ richtte hij zich op leerlingen en ouders en besprak hij mogelijkheden om de lockdown zo goed mogelijk door te komen.

December 2021. De coronabeperkingen trekken onverminderd een sterke wissel op kinderen en jongeren. Hoe beschouwt Jan deze fase in de coronatijd en wat kunnen scholen en leraren betekenen voor leerlingen?

Wat hebben leerlingen in deze tijd vooral nodig nu ze beperkt zijn in hun sociale leven? Relatief veel kinderen en jongeren hebben het mentaal zwaar, zo blijkt uit verschillende onderzoeken.

“Je zou kunnen zeggen dat we in een dal zitten. Om daaruit te komen zijn er twee krachten nodig. Allereerst duwkracht van de erkening. Ik bedoel hiermee dat kinderen en jongeren op school de ruimte krijgen om hun verhaal te vertellen en dat er echt naar hen geluisterd wordt. Ze moeten permissie hebben zich rot en waardeloos te voelen door deze tijd. Het gaat om erkenning en gezien worden. Daarnaast is er de trekkracht van het verlangen. Wat zou je willen?  We zitten met z’n allen in deze situatie en waaraan heb je behoefte en wat kunnen we samen doen om het met elkaar beter te hebben in deze onzekere en ook vaak vervelende tijd.  Het klinkt misschien raar, maar juist in onzekere situaties leer je veel over het leven. Zonder dat ze in onveilige situaties terecht waren gekomen had nooit iemand van Odysseus of Frodo Ballings hebben gehoord. Het verankeren van wat je leert vraagt om reflectie en uitwisseling. Hiervoor is de school een uitgelezen plek. Zeker nu sportclubs en sportscholen dicht zijn, jongeren niet uit kunnen gaan en veel minder mogelijkheden om hun leeftijdsgenoten te ontmoeten.”

Je zegt: leraren en schoolleiders moeten er meer dan ooit misschien nu voor leerlingen en studenten zijn. Maar hebben ze ook antwoorden op hun vragen en hun worsteling met een onzeker toekomstbeeld: corona, klimaatverandering, maatschappelijke onzekerheden.

“De leraar zit eigenlijk in hetzelfde schuitje als de leerling. Deze tijd maakt ook leraren onzeker. Ook die maken deel uit van een systeem dat onder druk staat.  De leraar is altijd aangekeken vanuit het beeld: de leraar weet het, vertel mij wat ik moet doen om deze tijd zo goed mogelijk door te komen. Ik denk dat veel leraren het ook even niet zo goed weten. Als je die houding van het niet-weten als leraar ook bij jezelf toestaat en je voelt je er niet ongemakkelijk bij, dan ben je veel meer in staat naar je leerling te luisteren en met hen te zoeken naar wat ze voelen, wat ze dwars zit en wat ze willen. Én hen te brengen tot hun eigen oplossingen”

Omgaan met ‘niet weten’ dus.

“Als je daaraan durft toe te geven, dan vertraag je je denken. Ik denk dat je dan veel meer ziet dan er ooit was. Ik denk in dit verband ook aan een uitspraak van Sartre: vrijheid bestaat eruit dat jezelf kunt bepalen hoe je omgaat met wat het leven je aan doet. In deze tijd maken leerlingen, ouders, leraren en schoolleiders veel mee. Dat kan je zwakker maar zeker ook sterker maken. Ik zie deze tijd ook als een soort energiebron. Er is chaos en dat levert energie op. Dat kan de goede of de slechte kant uitgaan. Daarbij zijn vaak bepalend de mensen die je op bepaalde momenten in je leven tegenkomt. We zitten nu op een kruispunt met de leraar als een soort wisselwachter die kan bijdragen de energie de goede kant op te laten gaan. Als de energie de goede kant uitgaat, zal destructief gedrag afnemen. Zoals destructief gedrag gericht op de samenleving, denk maar aan het meedoen met rellen. En destructief risicovol gedrag dat gericht is op de leerling zelf, zoals depressiviteit en overmatig drugsgebruik.

In je werk als onderwijsondersteuner is ‘de school als veilige basis’ een belangrijke rode draad. Wat betekent dat in deze ongeborgen tijd?

“Op dit moment staan voor kinderen en jongeren veel veilige basissen onder druk. Er valt veel weg voor hen nu de samenleving weer voor een groot deel op slot zit. Voor sommigen is de thuissituatie niet veilig. Meer dan ooit moet de school nu een veilige basis zijn. Een plek waar je leuke mensen ontmoet, waar je wordt gezien en waar naar je wordt geluisterd, waar je invloed hebt en waar je wordt uitgedaagd de buitenwereld in te stappen. We zitten nu in een totaal andere wereld dan begin 2020. Een leraar kan zeggen: ‘het is allemaal verschrikkelijk, ik weet het ook niet meer’. Maar hij kan ook vanuit een perspectief van hoop zeggen: ‘ik weet het niet. Laten we samen kijken welke kant we kunnen opgaan’. Dus hoopvol kijken naar hoe verder en er samen de schouders onder zetten. Dat doe je met zijn allen: leerlingen, leraren, onderwijsondersteuners en schoolleiding.”