"We racen maar door. Dit terwijl de onderwijssector reeds de twijfelachtige eer heeft de ranglijsten over stress en burn-out aan te voeren. Tel daarbij de tekorten op aan personeel en mijn conclusie is: we rijden keihard af op een muur.

Blijf je net zo hard over de weg rijden als de omstandigheden verslechteren? Als er sprake is van mist?  Ik denk het niet. Toch is dit wat ik momenteel bespeur in het onderwijs.

We racen maar door. Dit terwijl de onderwijssector reeds de twijfelachtige eer heeft de ranglijsten over stress en burn-out aan te voeren. Tel daarbij de tekorten op aan personeel en mijn conclusie is: we rijden keihard af op een muur. (Daar zullen al die miljarden investeringen niet bij helpen.)

Chinese goochelaars

Om me heen zie ik overal in ons land onderwijsmensen die hun stinkende best doen. Zeker in deze tijd waarin de coronabesmettingen weer hoog oplaaien en de samenleving weer deels in lockdown zit. Met de beste bedoelingen zetten scholen alles op alles om open te mogen blijven, lessen door te laten gaan en groepen niet naar huis te hoeven sturen. Alles uit de kast  halend om kinderen en ouders niet teleur te stellen. Met de beste bedoelingen proberen onderwijsmensen als Chinese goochelaars bordjes in de lucht te houden en ondertussen, zo goed en kwaad als het kan, tegemoet te komen aan de verwachtingen van anderen, van de omgeving. Je moet dit, je moet dat. Kun je ook hier eens naar kijken?

Verantwoordingsdruk

Als directeur, leerkracht of andere onderwijsprofessional heb je vast regelmatig het gevoel dat je continu bezig bent met reageren. Ik zie in ieder geval om me heen in het PO een enorme vraag- en verantwoordingsdruk van ouders en het ongemak en de stress die dat oplevert. Ongelooflijk veel tijd gaat zitten in vragen beantwoorden en verantwoording, aan administreren en terugkoppelen en afstemmen. Uiteraard is het van groot belang om de dialoog te voeren en transparant en laagdrempelig te zijn, maar dat zorgt tegelijkertijd voor bijkans 24 uur per dag aan mail- en appverkeer met ouders.

Mijn ervaring is dat ruimte geven aan ouders binnen een school prima is. Maar dat het ook vraagt om helderheid durven geven en het bewaken van grenzen. Als je laagdrempelig bent voor een ander, kan dat ten koste gaan van de persoonlijke ruimte die je als onderwijsprofessional zelf nodig zult hebben om telkens de juiste keuzes te kunnen maken. Om aan te kunnen sluiten bij het moment en op wat het kind nodig heeft.

Vragen van ouders 

“Mijn dochter wil voortaan een half uurtje eerder drinken dan de rest van de groep. Wil je daar rekening mee houden? Ze mag niet een te grote uitzondering zijn, dus ze wil dit wel gewoon tussen de andere kinderen kunnen doen.”

“Mijn zoon heeft een andere aanpak nodig. Als hij het te moeilijk vindt, moet hij zich ergens terug kunnen trekken om zijn werk in rust af te kunnen maken, wel onder toezicht graag. We willen dan eigenlijk elke week even een gesprek met de leerkracht over hoe dit gaat.”

Vragen uit de alledaagse praktijk van ouders. Goed bedoeld en vanuit het ouderperspectief ook echt gedacht in het belang van hun eigen kind (de rest van de kinderen even buiten beschouwing gelaten). Tegelijkertijd vergt dit veel van het verwachtingsmanagement door de leraar of schoolleider. Geef aan wat er wel kan en wat er niet kan of waar de grens voor de school en voor jou ligt binnen het geheel. Communiceer preventief en proactief. En benut je eigen professionele ruimte. 

Verantwoording wordt ook gevraagd op een beleidsmatiger niveau: door schoolbesturen en onderwijsinspectie. Bestuurders willen over het algemeen informatie graag op een eenduidige wijze aangeleverd krijgen, zodat zij zicht kunnen krijgen op de resultaten en deze kunnen benchmarken. Onderwijsinspecteurs doen hun uiterste best om aan te sluiten bij de actuele ontwikkelingen, maar werken wel telkens aan de hand van een opdracht. Tja, hoe houden we elkaar bezig? Als we niet uitkijken dreigt de professional op de onderwijsvloer ondergeschikt te raken aan de doelen en opbrengsten die bestuurlijk worden nagestreefd.

Kwijtraken van passie

Ligt hier niet een belangrijke verklaring waarom mensen die ooit vol overtuiging voor het onderwijs kozen, los komen te staan van hun oorspronkelijke drijfveren en hun passie kwijtraken? Wil je in hun bevlogenheid, gezondheid en welbevinden investeren en de aantrekkingskracht van het onderwijs vergroten? Geef onderwijsmensen dan ook veel meer ruimte om zich verder te ontwikkelen en om uitvoering te kunnen geven aan hun dagelijkse praktijk: Werken met de kinderen!

Van leraren en schoolleiders wordt van de diverse belanghebbenden zoveel verwacht en er is zoveel regel- en verantwoordingsdruk, dat ze het zicht op en het contact met hun eigen professionaliteit en creativiteit verliezen. Daarom hoop ik vurig op een nieuwe onderwijsminister die zijn nek uitsteekt om de regel- en systeemdruk in het onderwijs substantieel te verminderen. Die ervoor zorgt dat het werken in het onderwijs weer werkbaar wordt. Een onderwijsminister die uitgaat van vertrouwen in plaats van controle. 

Ruimte geven

Onderwijs vormgeven is mensenwerk. Geef onderwijsmensen de ruimte om eigen afslagen te nemen en te bepalen hoe het onderwijs eruit moet zien, wat nodig is voor het kind en wat overbodig is. Anders is de rek er straks echt uit, blijven onderwijsmensen rijden in de mist en verliezen ze hun zicht op waarom ze ooit kozen voor dit prachtige vak. Laten we de passie voor onderwijs blijven koesteren. Tegen onderwijsmensen zou ik aan het einde van dit enerverende jaar willen zeggen: durf schouder aan schouder grenzen aan te geven en handel meer vanuit je eigen professionele ruimte en identiteit. Dat is iets wat ik in ieder geval als schoolleider de mensen in mijn team nog vaker wil gaan voorhouden in het nieuwe jaar.