Drie onderwijsveranderingen door corona volgens onderwijsexpert Rob Martens

“Normaal gesproken kan het onderwijs jaren steggelen over zelfs maar een kleine ingreep in het curriculum, het verplichte leerplan.” Maar nu ziet hoogleraar onderwijswetenschappen Rob Martens dat docenten het onderwijs zo voor elkaar krijgen, zonder vooropgezet plan of controlerende commissies. “Hier hadden we in normale tijden tien jaar voor nodig gehad.” In gesprek met het AD noemt Martens drie onderwijsveranderingen die de coronacrisis volgens hem teweeg zal brengen. 

Online lessen niet meer weg te denken

Het digitale onderwijs zal veranderen. Was in het merendeel van de klaslokalen het digibord al een grote digitale verandering, door de coronacrisis zal les via online platforms als YouTube sneller en meer gaan plaatsvinden. De generatie leerlingen en studenten van nu kan heel goed zelf bepalen wanneer ze iets wil opzoeken en wat ze ervan kan leren. Martens hoort het zelf ook van leerlingen: “Veel leerlingen die ik spreek, zeggen al: wat je op school in de klas leert, is leuk, maar ik kan het ook bij mijn favoriete YouTube-docent halen”.
 
Ook in het hoger onderwijs zal de tendens van online colleges doorzetten, verwacht Martens. “Ik denk niet dat er in 2022 op universiteiten nog hoorcolleges zijn met vierhonderd man tegelijk.” 
 
Het basisonderwijs echter is nog een ander verhaal. Omdat echt contact met de leerlingen heel belangrijk is, zal de basisschool in haar huidige vorm blijven bestaan, aldus Martens.
 

Examens en toetsen

Martens denkt dat de centrale eindexamens hun comeback zullen maken in 2022. Wel hoopt hij dat de coronacrisis er straks voor zal zorgen dat er anders wordt gedacht over toetsen en de controle daarop. Hij noemt als voorbeeld een reportage over docenten die hun leerlingen wilden controleren op spiekbriefjes of andere hulp en daarbij zo ver gingen dat leerlingen met de webcam moesten laten zien dat van hulp geen sprake was. “Ik zou willen dat we kinderen meer laten leren vanuit wat hen interesseert, dan vanuit wat nu eenmaal is voorgeschreven.”
 

Onderscheid tussen ‘denk’- en ‘doe’-onderwijs vervaagt

Door de coronacrisis worden beroepen in bijvoorbeeld de gezondheidszorg veel meer gewaardeerd. Dat is nu al zo, maar dat zal alleen maar toenemen in de komende jaren. Martens verwacht dat de huidige zienswijze, waarbij het hoger onderwijs als beter wordt gezien, verandert. ”We gaan nu weer nadenken over beroepen die heel belangrijk en vitaal zijn.”
 

Meer onderwijsvrijheid

Martens hoop dat de coronacrisis “een katalysator” zal zijn die leidt tot meer onderwijsvrijheid. Vrijheid in het zelf keuzes maken, bijvoorbeeld uit verschillende leermethodes, vakkenpakketten die meer op maat gesneden zijn. “Dat we meer vertrouwen hebben in de leerlingen.” 
 
Door: Nationale Onderwijsgids
Bron: het AD