NOG Leerdoelen en schooladvies

Wat leren leerlingen in het basisonderwijs?
 
Wat zijn kerndoelen?
 
Leerlingen in het basisonderwijs moeten aan het eind van het basisonderwijs bepaalde dingen kunnen en weten. De rijksoverheid heeft de te behalen doelen voor basisschoolleerlingen vastgelegd in kerndoelen. Dit zijn doelen waaraan het onderwijs op basisscholen moet voldoen. In de kerndoelen staat per leergebied beschreven wat leerlingen aan het eind van het basisonderwijs moeten kunnen en weten. Er zijn kerndoelen opgesteld voor de volgende leergebieden:
  • Nederlands
  • Engels
  • Fries (voor Friese scholen)
  • rekenen en wiskunde
  • oriëntatie op zichzelf en de wereld
  • kunstzinnige oriëntatie
  • bewegingsonderwijs
  • wetenschap en techniek
  • seksualiteit en seksuele diversiteit
  • werkhouding en zelfvertrouwen
  • respectvol gedrag tegenover algemeen aanvaarde normen en waarden en de verschillen in opvattingen van mensen. Ook het leren over de verschillende geestelijke stromingen binnen de Nederlandse samenleving is daarbij van belang.
Voor al deze leergebieden geldt dat de school zelf mag bepalen hoe ze de leerlingen tot het door de overheid gewenste niveau brengt. De Onderwijsinspectie onderzoekt of en hoe scholen de kerndoelen nastreven.
 
Wat zijn leerlijnen en tussendoelen?
 
Leerlijnen en tussendoelen zijn bedoeld om scholen te helpen bij de vertaling van kerndoelen naar onderwijs. Leerlijnen geven per leergebied het traject van een leerling aan van het begin van het onderwijs tot het behalen van het kerndoel. Tussendoelen zijn bepaalde momenten op deze leerlijnen. Op deze manier hebben docenten een hulpmiddel om de ontwikkeling van leerlingen te volgen. Daarnaast fungeren deze leerlijnen en tussendoelen als een vergelijkingsmiddel waarmee de overheid de ontwikkeling van leerlingen op verschillende scholen kan bijhouden. De leerlijnen en tussendoelen zijn in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ontwikkeld door de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO).
 
Vrije ruimte
 
Scholen hebben de mogelijkheid om naast de verplichte vakken zelf bepaalde onderwerpen aan het curriculum toe te voegen, zoals godsdienstonderwijs en humanistisch vormingsonderwijs. Dit is per school verschillend en kan door ouders worden besproken in de medezeggenschapsraad. De overheid heeft geen invloed op deze vrije ruimte.
 
Hoe worden leerprestaties gemeten?
 
Om bij te houden of de ontwikkeling van de leerlingen in overeenstemming is met de kerndoelen, leerlijnen en tussendoelen hebben scholen verschillende methoden om het leerniveau van leerlingen te meten. Om de groei van leerlingen goed te kunnen volgen, gebruiken veel scholen het leerlingvolgsysteem, waarin uitslagen van toetsen worden bijgehouden. De meeste scholen geven dan ook cijfers voor de prestaties (rapport), maar sommige scholen gebruiken beschrijvingen van de resultaten van de leerlingen. In groep 8 wordt vastgesteld wat de leerlingen in de acht jaar op de basisschool hebben geleerd door middel van de eindtoets.
 
Wat is de eindtoets?
 
Sinds het schooljaar 2014-2015 moeten alle leerlingen in groep 8 van de basisschool verplicht een eindtoets maken. De eindtoets vindt vanaf 2015 jaarlijks in april plaats. De eindtoets laat zien in welke mate leerlingen de referentieniveaus voor taal en rekenen beheersen. Ook toont de eindtoets aan welk type vervolgonderwijs bij een leerling past. De eindtoets is dus een hulpmiddel om vast te stellen of het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs goed op elkaar aansluiten. De eindtoets is geen examen. Leerlingen kunnen niet slagen of zakken voor de toets.
 
Scholen kunnen uit drie toetsen kiezen, namelijk de de centrale eindtoets van het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is een zelfstandig bestuursorgaan van de overheid, ROUTE 8, een digitale, adaptieve eindtoets van A-VISION en ICE Eindevaluatie Primair onderwijs (IEP Eindtoets) van Bureau ICE. 
In november bepaalt de minister van OCW of er het komende jaar nog andere eindtoetsen worden toegelaten. Klik hier om meer informatie over de eindtoetsen te vinden.  
 
Het schooladvies
 
In groep 8 van het basisonderwijs wordt er besloten welk vorm van vervolgonderwijs het beste bij het kind past. Basisscholen zijn verplicht een advies af te geven aan de leerlingen in groep 8. In dit zogeheten schooladvies geeft de basisschool aan welk type voortgezet onderwijs zij het beste vindt passen bij de leerling. Het schooladvies wordt op verschillende onderdelen gebaseerd, waaronder het resultaat van de eindtoets, de leerprestaties gedurende de hele basisschooltijd en motivatie van de leerling. Het schooladvies is niet bindend. Het zijn de scholen van het voortgezet onderwijs die beslissen over de toelating van leerlingen. Deze scholen voor voortgezet onderwijs moeten hun beslissing echter wel baseren op het schooladvies van de basisschool. Zij mogen deze niet meer laten afhangen van de uitslagen van de eindtoets.
 
Als het toetsadvies hoger is dan het schooladvies, is de basisschool verplicht het schooladvies te heroverwegen. Dit betekent niet dat de basisschool verplicht is het schooladvies ook bij te stellen. De school kijkt in ieder geval goed naar de onderbouwing van het schooladvies en maakt een weloverwogen afweging welk advies uiteindelijk het beste is voor de leerling. De school moet de ouders van de leerling bij deze afweging betrekken. Als het resultaat van de eindtoets minder goed is dan verwacht, dan mag de school het schooladvies niet aanpassen.
 
© Nationale Onderwijsgids