Logo_logo_nro

De Regeldrukagenda en de concrete maatregelen die daaruit voortkomen, zijn beperkt bekend in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en mbo. Toch is in al deze sectoren wel veel meer aandacht gekomen voor interne regeldruk. In het primair en voortgezet onderwijs heeft een groot deel van de onderwijsinstellingen ook daadwerkelijk maatregelen genomen om de interne regeldruk terug te dringen. Dit blijkt uit onderzoek door Regioplan. Dit meldt NRO.

De onderzoekers hielden een digitale enquête onder bestuurders, directieleden/locatieleiders en leden van de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad (po/vo) en ondernemingsraad (mbo). Zo werd geïnventariseerd hoe de ervaren regeldruk zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld en in hoeverre de acties uit de Regeldrukagenda daarbij een rol hebben gespeeld.
 
De resultaten van het onderzoek laten in alle sectoren een beperkte bekendheid zien van zowel de Regeldrukagenda als van concrete maatregelen uit die Regeldrukagenda. In het primair en voortgezet onderwijs zijn de verschillende voorlichtingsacties van de Inspectie van het Onderwijs in het kader van de Regeldrukagenda met name onder bestuurs- en directieleden echter wel redelijk bekend. Die hebben volgens hen ook tot een (beetje) minder regeldruk geleid.
 
Ondanks de beperkte bekendheid van de Regeldrukagenda is één van de elementen daaruit wel opgepakt door het onderwijsveld. Dat is het bevorderen van de aandacht voor en het terugdringen van interne regeldruk (als gevolg van regels en procedures van de eigen onderwijsorganisatie). In alle sectoren is er veel meer aandacht gekomen voor interne regeldruk en in het primair en voortgezet onderwijs heeft een groot deel van de onderwijsinstellingen ook maatregelen genomen om de interne regeldruk terug te dringen.
 
In alle onderzochte sectoren is het grootste deel van zowel de bestuursleden, de directieleden/locatieleiders en de PMR-/OR-leden van mening dat de regeldruk de afgelopen jaren is toegenomen. Dit terwijl in andere evaluaties is geconstateerd dat de administratieve lasten (in tijd en geld) zijn gedaald. Er lijkt een discrepantie te bestaan tussen de geobjectiveerde regeldruk en de ervaren regeldruk, waarbij ook het gepercipieerde nut en de werkbaarheid van regels een belangrijke rol spelen.
 
Overigens worden het veld en burgers in hun algemeenheid via de website www.internetconsultatie.nlbetrokken bij nieuwe wetgeving. Iedereen heeft de mogelijkheid om op die website bezwaren te uiten tegen voorgenomen nieuwe wetgeving. Die mogelijkheid is echter niet bij iedereen in het onderwijs even bekend: PMR-/OR-leden in de verschillende sectoren zijn er nauwelijks van op de hoogte, terwijl bestuurders (en in mindere mate directeuren) in het mbo en voortgezet onderwijs juist goed op de hoogte zijn. Naast internetconsultaties zou overwogen kunnen worden om op systematischer wijze het gepercipieerd nut en de werkbaarheid van voorgenomen wetgeving in kaart te brengen.
 
Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van onderwijs ter evaluatie van de Regeldrukagenda. Het onderzoek maakt deel uit van het door NRO gefinancierde project ‘Regulering, regeldruk en ruimte voor sturing in het onderwijs’ van de Erasmus Universiteit Rotterdam en de VU Amsterdam. 
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids