Normal_hbo-opleiding-studie_examen_geslaagd_diploma

Mbo’ers die het hbo met succes afronden, doen dit gemiddeld sneller dan havisten. Maar havisten sluiten hun hbo-opleiding wel vaker met een diploma af dan medestudenten uit het mbo. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over studenten die in het collegejaar 2008-2009 aan een hbo-opleiding begonnen.

Vier jaar na de start van hun hbo-opleiding heeft 35 procent van de mbo’ers een hbo-diploma op zak, tegen 28 procent van de havisten. Na zes jaar heeft 54 procent van de mbo’ers en 56 procent van de havisten een diploma op dit niveau. Bij vwo’ers is het percentage geslaagden het hoogst en de studieduur het kortst.

Na zes jaar is 33 procent van de mbo’ers gestopt met de studie, tegen 22 procent van de havisten. Het merendeel hiervan stopt in het eerste jaar studiejaar. Het gaat om 20 procent van de mbo’ers en 14 procent van de havisten.

Bedrijfskunde en administratie is de populairste studierichting van de studenten die in 2008-2009 met een hbo-opleiding begonnen en zes jaar later een diploma hadden. Havisten hebben iets vaker een diploma in deze richting dan mbo’ers en vwo’ers. Welzijn is met name populair bij voormalig mbo'ers. Vwo’ers behalen relatief vaak een hbo-diploma van een zorg- of kunstopleiding, richtingen waarvan geen universitaire opleiding bestaat.

Sommige mbo’ers leren door voor een associate degree: een tweejarig hbo-programma dat leidt tot een diploma dat tussen het mbo-4 en hbo-bachelordiploma in zit. Een associate degree maakt deel uit van een hbo-bachelor en geeft de student de mogelijkheid om direct na afronding door te stromen naar de laatste twee jaar van dit onderwijsprogramma. Van de mbo’ers die in 2008-2009 aan een hbo-opleiding begonnen, had 2 procent zes jaar later deze graad behaald.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids