Normal_kinderopvang453

Medewerkers in de kinderopvang zijn teveel bezig met administratief werk, willen meer zekerheid over hun werkuren en meer uren werken. Dat zijn enkele belangrijke punten die FNV haalt uit het rapport Flexibiliteit, zekerheid en ervaren werkdruk in de kinderopvang. "Werknemers zijn in het algemeen wel erg tevreden over de inhoud van hun werk, maar de doorgeslagen flex en de werkdruk is ze een doorn in het oog", zegt Ilse van der Weiden, bestuurder FNV Zorg & Welzijn. Dat meldt FNV.

Een factor die de werkdruk sterk beïnvloedt, is volgens de ondervraagde medewerkers de taken die buiten het directe werken met de kinderen op de groep te maken hebben. Denk hierbij aan niet-groepsgebonden taken zoals administratief werk en schoonmaakwerk. Volgens Van der Weiden gaat het om uren die voorheen apart werden ingeroosterd, maar die nu zijn wegbezuinigd. Pedagogisch medewerkers moeten deze taken nu erbij doen en dat gaat ten koste van de aandacht voor de kinderen. "In de komende cao-onderhandelingen willen we weer een realistisch aantal taakuren afspreken, zodat een medewerker niet meer voor het dilemma staat bij de groep weg te lopen om zich bezig te houden met deze, ook noodzakelijke, klussen", aldus Van der Weiden.

Hoewel 60 procent van de ondervraagde medewerkers een vast contract heeft, moet circa de helft van hen beschikbaar zijn voor extra werk tot zo’n 8 uur per week, zonder dat dit contractueel is vastgelegd. Voor 40 procent is contractueel vastgelegd voor hoeveel extra uur zij beschikbaar moeten zijn. Sommige werknemers moeten bijvoorbeeld meer dan 16 uur in de week extra beschikbaar zijn. Voor de medewerkers met een flexibel urencontract is voor een derde vastgelegd voor hoeveel uur dit is. De andere twee derde moet meestal 33 tot 40 uur in de week beschikbaar zijn. Een derde van de medewerkers met (deels) variabele uren hoort pas de dag ervoor of op de dag zelf of ze moet werken. Volgens Van der Weiden heeft dit een veel te grote impact op de vrije tijd van medewerkers en nemen zij soms een vrije dag op wanneer ze niet ingeroosterd zijn, zodat ze zeker weten dat ze niet alsnog hoeven te werken. "Dat is natuurlijk niet de bedoeling", zegt de bestuurder.

FNV vindt dat de flexverslaving van de werkgevers moet stoppen. Uit het rapport blijkt dat niet alleen werknemers, maar ook werkgevers stress ervaren door de flexibiliteit in de opvang. Bij organisaties waar meer flexibiliteit zit in de contractvormen, wordt een hogere werkdruk ervaren. Van der Weiden: "Natuurlijk zien wij de kwetsbaarheid van kinderopvangorganisaties bij veranderingen in regelingen zoals de kinderopvangtoeslag. Maar nu wordt dit werkgeversrisico vrijwel volledig afgewenteld op de medewerkers. Zij draaien hier onterecht voor op."

In het kader van de kwaliteitscriteria in de kinderopvang (IKK) wordt de beroepskracht-kindratio in 2019 aangepast. FNV verwacht dat de vraag naar goed opgeleid en gekwalificeerd personeel alleen nog maar zal toenemen. "Uit het onderzoek blijkt dat 87 procent van de respondenten met een tijdelijk contract graag een vast contract wil. Wij roepen werkgevers dus op om medewerkers meer zekerheid te geven door meer vaste contracten en urenuitbreiding te bieden. Zo maken ze de kinderopvang als sector aantrekkelijker, ook voor de duizenden medewerkers die de afgelopen jaren zijn ontslagen in de kinderopvang", aldus Van der Weiden.

Het onderzoek is uitgevoerd door bureau DeBeleidsonderzoekers in het kader van cao-afspraken tussen werkgeversorganisaties en vakbonden in de kinderopvang. Aan dit onderzoek deden 1.015 medewerkers en 690 werkgevers mee. De cao Kinderopvang loopt tot 1 januari 2018 en geldt voor ca 80.000 medewerkers.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids