Normal_onderwijs_algemeen_rekenen_school

Naar schatting 2 tot 4 procent van de basisschoolleerlingen heeft dyscalculie, een rekenstoornis bij kinderen met een normale intelligentie. Veel scholen weten echter niet hoe ze deze leerlingen kunnen helpen. Vaak worden ze daardoor op een lager niveau geplaatst dan ze daadwerkelijk aankunnen. Dit meldt NOS.

Kinderen met dyscalculie hebben hardnekkige problemen bij het aanleren en automatiseren van de basisvaardigheden van rekenen en wiskunde. Het uitrekenen van eenvoudige sommen is dan al lastig, maar ook klokkijken en omgaan met geld zijn uitdagingen. Leerlingen lijken hierdoor dom, terwijl ze dat beslist niet zijn. 
 

Hulpmiddelen

Waar kinderen met dyslexie hulpmiddelen en specialistische begeleiding kunnen krijgen, hangt dit bij een leerling met dyscalculie heel erg af van de school waar hij of zij op zit. Maar zelfs als een school een leerling met dyscalculie diverse hulpmiddelen aanbiedt, zoals rekentabellen en extra tijd, mag hij of zij die hulpmiddelen niet gebruiken bij bijvoorbeeld de eindtoets in groep 8. Regelmatig worden ze daardoor in het voortgezet onderwijs op een te laag niveau geplaatst.
 
Dat moet veranderen, zegt hoogleraar Hans van Luit, specialist op het gebied van dyscalculie in het NOS Radio 1 Journaal. Van Luit: "De ideale situatie is dat de school recht doet aan de mogelijkheden waar het kind over beschikt. Baseer het schooladvies op basis van vakken waar de leerling geen stoornis heeft.” 
 
Door: Nationale Onderwijsgids