Logo_knaw_logo

Er komen ongeveer evenveel wetenschappers naar Nederland als dat er vertrekken. Wel zijn de aantallen de laatste jaren gestegen. Dat blijkt uit het rapport De aantrekkelijkheid van Nederland als onderzoeksland dat de KNAW vandaag uitbrengt. Het adviesrapport waarschuwt voor dalende onderzoeksbudgetten en minder vrijheid in de besteding. Daarnaast adviseert het de Nederlandse universiteiten en instituten om meer als één geheel naar buiten te treden. Dit meldt de KNAW.

Een adviescommissie onder voorzitterschap van socioloog Tanja van der Lippe (Universiteit Utrecht) bracht in kaart hoe de internationalisering van het wetenschappelijk personeel in Nederland zich de afgelopen tien jaar heeft ontwikkeld. De commissie keek daarbij naar cijfers over universitair docenten, universitair hoofddocenten en hoogleraren. Ook interviewde de commissie 39 onderzoekers uit binnen- en buitenland en hield ze een bijeenkomst met rectoren, decanen en instituutsdirecteuren. De cijfers werden vergeleken met China, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Zweden.

Nederland scoort positief op de kwaliteit van onderzoek, op de aanwezige onderzoeksinfrastructuur, op de balans tussen werk en privéleven en op de kwaliteit van het basis- en voortgezet onderwijs. Hooggewaardeerd worden de Vidi- en Vici-subsidies van NWO. Negentig procent van de onderzoekers met een Vidi of Vici blijft in Nederland. Nederland wordt minder goed beoordeeld op de beschikbaarheid van onderzoeksbudget voor nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek, op structurele financiering en op diversiteit.
 
Het zorgwekkende beeld dat geregeld in de media en op universiteiten naar bovenkomt dat veel topwetenschappers uit Nederland vertrekken, blijkt dus niet de hele waarheid. Er komen namelijk ook veel topwetenschappers naar Nederland toe en Nederlandse wetenschappers keren terug uit het buitenland. De instroom en uitstroom en het niveau van onderzoekers is daarmee tot nu toe min of meer in balans. In de toekomst kan er een uittocht ontstaan vanwege dalende onderzoeksbudgetten voor nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek en minder structurele financiering.
 
Het rapport komt met een aantal aanbevelingen voor Nederland. De eerste is dat ons land structureel moet blijven investeren in onderzoekers. Ten tweede kan Nederland zich beter profileren met de korte afstanden en de samenwerking tussen academische instellingen en de korte reisafstanden. Nederland is als het ware één grote universiteit: 'The University of The Netherlands'. Samen kunnen de universiteiten bijvoorbeeld diversiteitsbeleid ontwikkelen en laten zien dat verschillen tussen mensen worden gewaardeerd.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids