Normal_werk_stage_praktijk

Leerlingen in het praktijkonderwijs stappen voortijdig over naar het mbo omdat ze verleid worden door de gratis ov-kaart, lazen we vandaag. Maar wat houdt het praktijkonderwijs precies in?

Praktijkonderwijs is voortgezet onderwijs. Ongeveer 29.000 leerlingen volgen praktijkonderwijs op 175 scholen in Nederland. Ze hebben een IQ van 80 of minder en een leerachterstand van minimaal drie jaar. Praktijkscholen leiden deze kinderen op voor een beroep, zoals een baan in een winkel of in tuinonderhoud. Daarnaast krijgen ze theoretische vakken, zoals Nederlands en rekenen. Alle leerlingen volgen vijf jaar lang een eigen programma, op hun eigen niveau. Leren, werken, redzaamheid, burgerschap en vrije tijd zijn daarbij belangrijke aspecten.
 

Eigen pakket aan theorie- en praktijkvakken

Leerlingen in het praktijkonderwijs volgen een eigen pakket aan theorie- en praktijkvakken. Welke vakken een leerling precies volgt, staat in zijn of haar eigen ontwikkelplan: het Individueel ontwikkelplan. Voorbeelden van vakken zijn Nederlands, Engels, rekenen/wiskunde en techniek, maar ook Ik en de maatschappij, horeca en voeding, en groen- en dierverzorging.
 

Individeel ontwikkelplan

Het Individueel ontwikkelplan bepaalt voor een groot deel de leerroute van de leerling. In dit plan staan bijvoorbeeld de doelen en de sectorkeuze van de leerling. Ook staat in het plan uit welke brancheopleidingen de leerling kan kiezen. De school stelt deze leerroute samen met de leerling en ouder(s)/verzorger(s) op. Het plan wordt ongeveer 2 tot 3 keer per jaar bijgewerkt.
 
Leerlingen lopen stage om ze goed voor te bereiden op werk. Veel scholen voor praktijkonderwijs bieden tal van branche-opleidingen aan.
 

Praktijkonderwijs

De lessen in het praktijkonderwijs richten zich op:
  • theoretisch onderwijs op individuele basis;
  • beroepspraktijkvorming, zoals praktijkleren en begeleide stage;
  • redzaamheidstraining met opdrachten als boodschappen doen, koken, klussen in huis en zelfstandig reizen;
  • persoonlijkheidsvorming, zodat leerlingen weten waar ze goed in zijn en sterker in hun schoenen staan;
  • arbeidsvaardighedentraining: competenties en vaardigheden leren die nodig zijn om een goede werknemer te zijn.
 

Na het praktijkonderwijs

De meeste leerlingen zitten 5 jaar op een school voor praktijkonderwijs. Leerlingen behalen naast een getuigschrift en/of schooldiploma ook diploma’s van branche-opleidingen. Na het praktijkonderwijs gaat een groot deel van de leerlingen aan het werk. Een deel van de leerlingen stroomt door naar het mbo.
 
Door: Nationale Onderwijsgids
Bron: Rijksoverheid