
Een Somalisch gezin met acht kinderen mag voorlopig in het azc in Utrecht blijven wonen. Dit besluit volgt na een rechtszaak waarin de voorzieningenrechter oordeelde dat het gezin niet direct uit het azc hoeft te vertrekken, ondanks het weigeren van een aangeboden woning in Bunschoten-Spakenburg. Dit meldt het Algemeen Dagblad.
De vrouw en haar kinderen kregen een woning aangeboden, maar de verhuizing werd geweigerd omdat de reisafstand voor haar zoon, die lijdt aan een hersenaandoening, te belastend zou zijn. De reis van Bunschoten-Spakenburg naar zijn school in Utrecht zou hem lichamelijk problemen opleveren, aldus medisch advies.
Weigering woning op medische gronden
De rechter oordeelde dat de medische situatie van de zoon het belangrijkste argument was voor de weigering van de woning. Het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) had in een eerdere medische beoordeling aangegeven dat de reisafstand geen probleem zou zijn. Deze conclusie werd echter weerlegd door een tweede sociaal medisch advies, dat stelde dat de zoon beter in de buurt van Utrecht zou moeten wonen vanwege zijn medische situatie.
Het COA had ook gesuggereerd dat de jongen in Amersfoort de havo zou kunnen afronden, maar dit werd door de rechter afgewezen, aangezien in Amersfoort geen geschikte schakelklas voor zijn situatie bestaat.
Rechter houdt rekening met gezinssituatie
Het COA bleef vasthouden aan het idee dat een woning in Bunschoten-Spakenburg geschikt was, omdat deze binnen 50 kilometer van de school ligt. De rechter vond dit argument echter niet overtuigend, vooral gezien het eerdere advies en de medische situatie van de zoon. Het belang van het gezin en de zorgbehoeften van de zoon werden zwaarder gewogen dan de belangen van het COA om de doorstroom in het azc te bevorderen.
De rechter besloot dat het gezin voorlopig mag blijven in het azc en het COA werd verantwoordelijk gesteld voor de proceskosten van 1616 euro.
Door: Nationale Onderwijsgids / Fleur Zomer