Normal_kind_peuter_opvang_spelen

Alle gastouders die een opvang willen starten, moeten eerst worden geïnspecteerd. Uit cijfers van de Onderwijsinspectie blijkt nu echter dat dat niet altijd gebeurt. In 2013 kreeg 93 procent van de nieuw aangemelde gastouders een inspecteur over de vloer. Daarmee blijft dit deel van de opvangbranche achter op de andere typen voorzieningen in de kinderopvang. Dit meldt Kinderopvangtotaal.

Jaarlijks hoeven gemeenten maar minimaal vijf procent van alle gastouders te controleren. Om de gastouderopvang veilig te houden staat daar tegenover dat beginnende gastouders allemaal gescreend worden voor hun registratie. Dat dit toch niet altijd gebeurt, vindt minister Asscher van Sociale Zaken zorgwekkend. De gastouderopvang is kwetsbaar met maar 'één paar ogen op de groep'. Juist dan is controle aan de poort zo belangrijk, stelt de minister.

De minister reageert daarmee op kritische vragen van PvdA-Kamerlid Keklik Yücel die van de minister wilde weten of het toezicht op gastouders wel voldoende is. Volgens Asscher is dat wel het geval doordat gastouderbureaus jaarlijks gecontroleerd worden en de bureaus op hun beurt weer gastouders controleren. Nu echter blijkt dat de controle aan de poort niet waterdicht is, gaat de Onderwijsinspectie nader onderzoeken waar dat aan ligt. Asscher laat weten dat de resultaten van dit onderzoek in de zomer van 2015 worden verwacht.

Vooralsnog maakt de minister zich geen zorgen over de veiligheid van de gastouderopvang in Nederland: “Uit de rapportage van de Inspectie blijkt dat er weinig overtredingen worden geconstateerd in de gastouderopvang, ongeveer 10 procent”. Ook hebben recente maatregelen, zoals de screening van huisgenoten van gastouders, de opvang veiliger gemaakt, aldus de minister.

© Nationale Onderwijsgids