Breda heeft het afgelopen jaar goed gepresteerd op het gebied van kinderopvang. Van de 352 gecontroleerde kinderopvanglocaties, gastouders en buitenschoolse opvanglocaties (bso), was het in slechts 21 gevallen nodig om handhavend op te treden. Dit aantal ligt aanzienlijk lager dan in andere grote gemeenten. Bovendien werden bijna alle problemen snel opgelost, zo blijkt uit cijfers van de Inspectie van het Onderwijs. Dit meldt het Brabants Dagblad.
De GGD voert jaarlijks controles uit op kinderopvanglocaties en stuurt rapporten naar de gemeente wanneer er niet volledig aan de regels wordt voldaan. In Breda werden er bij 21 locaties tekortkomingen geconstateerd. De gemeente handelde adequaat en tijdig door maatregelen te nemen op 19 van deze locaties, terwijl bij twee gevallen geen verdere actie nodig bleek. Bij een buitenschoolse opvanglocatie in Boeimeer besloot de gemeente niet te handhaven vanwege verzachtende omstandigheden die het gebrek aan gekwalificeerd personeel verklaarden. In een kinderdagverblijf in de Haagse Beemden was de fout al hersteld voordat de gemeente de situatie kon aanpakken.
Vergelijking met andere steden en zorgen over de kinderopvang
In vergelijking met andere grote gemeenten scoort Breda goed op het gebied van handhaving in de kinderopvang. Waar in steden van vergelijkbare grootte ongeveer 1 op de 8 controles leidt tot een geconstateerde fout, was dat in Breda slechts bij 1 op de 20 controles. De stad doet het ook beter dan andere gemeenten in West-Brabant.
Toch zijn er zorgen. Wethouder Arjen van Drunen (Onderwijs; GL-PvdA) uit in een brief aan de gemeenteraad zijn bezorgdheid over het afnemende aantal gastouders in de stad. Gastouders bieden vaak meer flexibiliteit en afwijkende opvangtijden dan reguliere opvanglocaties, en hun afname kan dus gevolgen hebben voor het aanbod. Daarnaast kampt de sector, net als in veel andere delen van Nederland, met een personeelstekort, wat de continuïteit van de zorg voor jonge kinderen kan bedreigen.
Door: Nationale Onderwijsgids / Fleur Zomer
