Roy Kemmers onderzocht in proefschrift het politieke onbehagen in Nederland

In zijn proefschrift onderzocht Roy Kemmers (Erasmus School of Social and Behavioural Sciences) politiek onbehagen in Nederland. Hiervoor ging de promovendus in gesprek met kiezers en analyseerde hij ingezonden brieven in de Telegraaf. Zijn onderzoek laat onder meer zien dat het afkeren van de gevestigde politiek een geleidelijk proces is. Meestal komt dit voort uit uitgebreid eigen onderzoek en niet uit desinteresse of onbegrip, zoals vaak wordt aangenomen. Dat meldt Erasmus Universiteit Rotterdam. 

Daarom wilde Kemmers zich juist richten op de manier waarop gewone mensen over politiek praten en schrijven. Voor zijn onderzoek analyseerde hij onder andere ingezonden brieven in de Telegraaf. Brievenrubrieken worden gezien, zeker tijdens zijn eerste studie (in 2011, toen de rol van Twitter nog marginaal was), als een belangrijke plek voor het publieke debat. De Telegraaf leek hem het meest logische podium: “Het onbehagen in die krant is hoog en een bekende columnist zei ooit dat de Telegraaf ‘de thermometer in de bibs van de samenleving heeft’.”

Geert Wilders 

Politiek onbehagen bleek het allerhoogst te zijn onder PVV-stemmers, gevolgd door niet-stemmers. Aan de hand van diepte-interviews met mensen uit beide groepen ontleedde Kemmers dit onbehagen verder. Je zou verwachten dat PVV-stemmers meer politieke voldoening ervaren omdat zij zich door Geert Wilders vertegenwoordigd voelen. Hoewel dit voor sommigen gold, bleek dit soms niet het geval. “Deze geïnterviewden gaven aan wel op Geert te stemmen, maar twijfelden tegelijkertijd of hun stem er wel toe doet. Ze vragen zich af of de macht daadwerkelijk verdeeld wordt in Den Haag of dat er andere krachten in het spel zijn.”

Transparante machtsoriëntatie 

Andersom bleek dat niet-stemmers vaak wel degelijk geïnteresseerd zijn in de politiek en een deel erkent dat ze door niet te stemmen machteloos zijn. Deze groep informeert zich goed, bijvoorbeeld via krant en televisie. Toch staan ze bewust langs de zijlijn en niet uit desinteresse, zoals vaak wordt aangenomen. Sommigen ervaren geen politieke voldoening, maar anderen juist verrassend genoeg wel. Dat bracht de onderzoeker op het inzicht dat niet zo zeer het stemgedrag die verschillen in politieke voldoening verklaart, maar vooral de overtuiging waar de macht ligt.  Kiezers die een ‘transparante machtsoriëntatie’ aanhangen geloven dat het land bestuurd wordt door Den Haag en de instituties die we kennen.

“De alternatieve machtsoriëntatie noem ik ‘ondoorzichtige machtsoriëntatie’. Deze groep denkt; zo zit politiek niet in elkaar en dat is niet hoe besluiten worden genomen.” Voor hen ligt de macht niet in Den Haag, maar bij multinationals, de Bilderberggroep of andere verklaringen die al gauw complottheorieën worden genoemd. Iets waar de wetenschapper moeite mee heeft: “Als je iets als een complot labelt, serveer je het bij voorbaat af. Als socioloog wil ik juist goed luisteren naar hoe mensen betekenis geven aan de werkelijkheid.”

Gesprekken 

Dat luisteren gebeurde in de vorm van gesprekken van twee tot zes uur en regelmatig kwam Kemmers bij de respondenten thuis waar hij soms zelfs bleef eten. “Het waren gewoon vaak hele prettige gesprekken en zij gaven ook aan dat ze het fijn vonden om hun verhaal te doen. We praatten op een hele losse manier en ik vroeg naar hoe ze in het leven staan en de politieke weg die ze hebben afgelegd”, vertelt hij. Pim Fortuyn bleek vaak veel te hebben losgemaakt. “Sommigen voelden zich wakker gekust door Pim. Een respondent zei ‘Politiek was voor mij een stomme film in zwart-wit en door Pim werd dat kleurentelevisie’.”

Verschillende fases 

In de verhalen werd duidelijk hoe de kiezers zich afkeerden van de gevestigde politiek, en daarin zag de promovendus een duidelijk patroon. Deze fases noemde hij introductie (bijvoorbeeld via uitlatingen van Fortuyn), validatie (de zoektocht naar gelijkgestemden, bijvoorbeeld via een YouTube-kanaal) en consolidatie, waarbij iemand zijn leven inricht volgens nieuwe denkbeelden. Deze studie stamt alweer uit 2016 en sindsdien zijn er steeds meer voorbeelden geweest van groepen die zich van de gevestigde orde afkeren. In de Trumprevolte, de opkomst van QAnon of de weerstand tegen het coronabeleid, kun je deze fases ook herkennen. Kemmers ontkracht hiermee het beeld dat kiezers zich als een speelbal van de moderniteit hebben afgekeerd: “Het is juist een heel gradueel proces, en ze zijn zelf uitgebreid op onderzoek uitgegaan en vertrouwen soms alleen nog hun eigen bronnen.”

Ook de term ‘machtsoriëntatie’ lijkt aan relevantie toe te nemen. De Groene Amsterdammer haalde het aan in een stuk en een opiniepeiler benaderde Kemmers om dit meetbaar te maken voor een survey. Data die hij gebruikte voor zijn kwantitatieve onderzoek. Daaruit bleek onder meer dat de mate waarin mensen een ondoorzichtige machtsoriëntatie onderschrijven onder Forum voor Democratie (FvD) stemmers het hoogst is. “Er is een groep burgers die een heel andere politieke belevingswereld heeft dan die van ‘Den Haag’. In de landelijke media en de politieke wetenschap is hier weinig plek voor. Deze groep krijg je niet meer mee met folder of een publiekscampagne. Het is belangrijk om dit te onderkennen.”

Door: Nationale Onderwijsgids 
Beeld: Erasmus Universiteit Rotterdam