Cultuuronderwijs draagt bij aan ontwikkeling zelfbewustzijn leerlingen

Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen  (RUG) hebben een theorie opgesteld over de functie en werking van cultuureducatie in het basis- en voortgezet onderwijs. Voor het landelijke project 'Cultuur in de Spiegel, naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs' (CIS) onderzochten de wetenschappers hoe het culturele (zelf)bewustzijn van kinderen kan worden versterkt. 

Aan de relevantie van cultuurvakken op school wordt in de samenleving nogal eens getwijfeld. Volgens de Groningse wetenschappers zijn vakken als maatschappijleer, tekenen of muziek echter van groot belang voor het ontwikkelen van een eigen kijk op de werkelijkheid.

“Het beeld dat iemand van zichzelf en van anderen heeft, bepaalt hoe hij handelt. De ontwikkeling van een zelfbeeld en een wereldbeeld is dan ook van groot belang om in een open democratische samenleving effectief te kunnen functioneren,” zegt hoofdonderzoeker prof. dr. Barend van Heusden van de RUG.

Volgens de onderzoekers kunnen docenten van verschillende cultuurvakken het beste samenwerken rond bepaalde thema's die aansluiten bij de ontwikkelingsfase en de belevingswereld van de leerlingen. Nu geven docenten vaak nog elk les in hun eigen vak waardoor interessante dwarsverbanden tussen verschillende gebieden van cultuur niet zichtbaar worden. Een thematische aanpak werkt beter om kinderen te leren inzicht te verwerven in zichzelf en anderen.

Het onderzoek van de RUG werd uitgevoerd voor het landelijke project 'Cultuur in de Spiegel, naar een doorlopende leerlijn in cultuuronderwijs'. Het project wordt afgesloten op donderdag 20 maart met een conferentie voor zeshonderd onderwijsprofessionals in Zwolle.

©Nationale Onderwijs