Logo_onderwijscooperatie_logo

Het is juridisch niet mogelijk om het bestuur van de Onderwijscoöperatie over te dragen aan een interim-bestuur van leraren, zoals de Tweede Kamer eerder in een motie aan de regering heeft verzocht. Wel moet de zeggenschap over de implementatie van de wet volledig bij leraren liggen. Vanuit die overtuiging heeft het bestuur de verantwoordelijkheid hiervoor overgedragen aan de Afvaardiging van de Deelnemersvergadering. Dat schrijft de Onderwijscoöperatie in een brief aan onderwijsminister Slob. Dit meldt de Onderwijscoöperatie.

Begin april nam de Tweede Kamer een motie aan om het bestuur van de Onderwijscoöperatie zo snel mogelijk te vervangen. De beroepsorganisatie van leraren moest weer een organisatie worden voor en dóór leraren, vonden de partijen. In de motie verzochten D66 en CDA de Kamer om het bestuur van de Onderwijscoöperatie op korte termijn over te dragen aan een interim-bestuur van leraren.
 
Volgens de statuten van de Onderwijscoöperatie echter wordt het bestuur gevormd door de lidorganisaties, die via hun leden de beroepsgroep vertegenwoordigen. Dit zijn de Algemene Onderwijsbond, CNV Onderwijs, Federatie van Onderwijsvakorganisaties en Platform VVVO. Individuele leraren missen die achterban, aldus het bestuur.
 
Als alle activiteiten die samenhangen met de Wet Beroep Leraar worden stopgezet, blijven er alleen een aantal losse projecten over, zoals het Lerarencongres, en LOF. En dat is niet waarvoor de OC is opgericht en waarvoor de OC altijd heeft gestaan, zo schrijft het bestuur. Het bestuur ziet daarom vooralsnog “geen andere mogelijkheid dan het nemen van verstrekkende besluiten, die op korte termijn worden voorgelegd aan de vertegenwoordiging van het personeel en vervolgens aan de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de Onderwijscoöperatie”.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids