Leraren staan steeds positiever tegenover het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) in het onderwijs, een opvallende verschuiving na eerder scepticisme. Het gebruik van AI is nu zo dominant aanwezig dat het moeilijk wordt om er niet op in te spelen. Dieter Möckelmann, adviseur op het gebied van onderwijsinnovatie, merkt op dat deze verandering vooral gedreven wordt door de noodzaak om met de technologie om te gaan. Dit meldt BNR.
Steeds meer leraren omarmen AI als onmisbaar hulpmiddel in hun onderwijs, zoals blijkt uit de AI-barometer van onderzoeksbureau MSI-ACI. De veranderende wetgeving en de noodzaak om digitale en AI-vaardigheden te ontwikkelen, worden genoemd als belangrijke redenen voor deze verschuiving. Bovendien is het lerarentekort een factor die het gebruik van AI in het onderwijs versnelt. Möckelmann stelt dat onderwijsinstellingen zich moeten aanpassen aan de belevingswereld van leerlingen, waarin AI inmiddels niet meer te negeren is.
Vergelijking met de smartphone-transitie
Möckelmann vergelijkt de huidige situatie met de overgang van mobiele telefoons naar smartphones. Destijds werd er veel gediscussieerd over het gebruik van mobiele telefoons in de klas, wat uiteindelijk leidde tot smartphoneverboden in plaats van begeleiding in het gebruik ervan. Hij wijst erop dat deze overgang toen niet goed werd begeleid, wat nu niet opnieuw mag gebeuren met AI.
Kleine stappen om AI te omarmen
Leraren worden aangemoedigd om klein te beginnen met het gebruik van AI in de klas. Möckelmann raadt aan om met simpele experimenten te starten, zoals het vragen aan AI om een rol aan te nemen tijdens de les. Deze kleine stappen kunnen leraren helpen de mogelijkheden van AI te ontdekken en leerlingen op een boeiende manier te betrekken bij het leerproces. Het gebruik van AI moet uiteindelijk niet leiden tot tijdswinst, maar tot meer mentale ruimte voor leraren en leerlingen om zich creatief bezig te houden met het vak.
Door: Nationale Onderwijsgids / Fleur Zomer
