Hoewel het merendeel van de deelnemers AI-tools als ChatGPT en Copilot waardeert voor onderwijsondersteunende taken, blijft het daadwerkelijke gebruik beperkt. Slechts een klein deel past deze technologie regelmatig toe in de lespraktijk.

Gebrek aan vaardigheden en duidelijke richtlijnen

Een belangrijke oorzaak van het beperkte gebruik is het ontbreken van praktische kennis. Docenten geven aan niet precies te weten hoe zij AI verantwoord kunnen inzetten en stellen behoefte te hebben aan heldere kaders en scholing. De zorgen richten zich vooral op de betrouwbaarheid van AI-resultaten en mogelijke ethische bezwaren zoals bias.

Onder de docenten leeft daarnaast de vrees dat het gebruik van AI ten koste kan gaan van de cognitieve ontwikkeling van studenten. Dit sluit aan bij eerdere zorgen uit academische hoek over een afname van betrokkenheid en kritisch denkvermogen bij gebruik van AI-hulpmiddelen.

Risico op groeiende kloof tussen student en docent

Volgens de onderzoekers kan het gebrek aan expertise onder docenten ertoe leiden dat het onderwijs niet aansluit op de realiteit van studenten, die AI steeds vaker gebruiken. Zij pleiten dan ook voor blijvende bijscholing en begeleiding van onderwijsprofessionals, zodat zij hun studenten adequaat kunnen ondersteunen en begeleiden bij het gebruik van deze technologieën.

Ondersteuning in plaats van vervanging

De onderzoekers benadrukken dat AI niet bedoeld is als vervanging van de docent, maar als aanvulling. Door routinetaken uit handen te nemen, kan AI docenten helpen om zich meer te richten op begeleiding en verdieping. Mits goed ingezet, kan dit bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs. Docenten die al ervaring hebben met AI, geven aan dat het hen helpt om vollediger en gerichter feedback te geven, ondanks dat het niet altijd tijdwinst oplevert.

Door: Nationale Onderwijsgids / Fleur Zomer