Jolanda Mulder

(Meester Bart staat met zijn armen over elkaar voor de klas. Jeroen, het kleinste opdondertje in de klas, kijkt hem uitdagend aan. Meester vroeg hem zojuist zijn pen van de grond op te pakken. Jeroen zei: 'Nee'. Oei. De klas wacht gespannen af. Wat gaat er gebeuren? Wie gaat dit winnen? Volg de gedachten van Meester Bart: )

Door Jolanda Mulder

'O help, daar gaat'ie weer. Moet ik de strijd weer aangaan. En winnen, natuurlijk, want anders ben ik nog verder van huis. Zie die ogen van de andere kinderen. Zij wachten op hun kans, dat zie ik wel! Als ik nu toegeef heb ik de poppen aan het dansen, kan ik het de rest van het jaar wel vergeten. Ik móet laten zien wie hier de baas is. Ik zál laten zien wie hier de baas is. Is het niet voor mezelf, dan is het wel voor de kinderen in de klas en voor de juf en de klas volgend jaar. 
 
Alles hangt af van dit moment: als ik het nú niet goed doe....' 
 
(voor het vervolg van deze Monoloog: klik hier )
 
'Meester Bart' zit vast in Winnen-Want-Mag-Niet-Verliezen. Lichaam strak gespannen, alert, waakzaam, op alles voorbereid, zweetklieren die open springen; ik herken het helemaal. Plus de gedachte: ze mogen dit niet zien, niet merken, want dan ben ik helemaal het haasje. Als ze mijn angst ruiken …. 
 
Het script ligt vast, de spelers spelen dezelfde scène voor de zoveelste keer, de toeschouwers wachten vol spanning af en de regisseur... Waar is de regisseur! De regisseur zou nu zijn klapbordje moeten gebruiken, met bijvoorbeeld de woorden: 'Stop! Deze scène is al zo vaak gespeeld. Laten we het eens anders proberen. Wie heeft er een idee. 
Meester Bart, wat zal er gebeuren als je zegt: 'Oké, jij je zin. Laat maar liggen die pen'
 
'Neeeee', hoor ik u denken. 'Neee, dat kan niet!' 
 
Maar och, wat zou het toch heerlijk zijn als je op deze manier kon spelen met de krampachtige situaties die zich voordoen in de klas. 
 
Een regisseur die zegt:
'Meester Bart, probeer eens wat er gebeurt als je zegt dat iedereen zijn pen op de grond moet gooien, en dat de pennen dan giftige slangen zijn, die je moet ontwijken, en daar, bij de uitgang, is Jeroen, en hij is de dappere held, want hij durft al die slangen best aan, en stopt ze in een doosje, deksel erop …' 
 
Een regisseur die zegt: 
'Tom, jij bent Jeroens vriend, jullie hebben ook vaak ruzie: wat doe jij nou, als hij je uitdaagt. Heb je een speeltip voor Meester Bart?'
 
Een regisseur die zegt:
'Jeroen, man, dat Nee zeggen kan jij al zo goed. Welke rol wil jij nu eens uitproberen?'
 
Tja, ik bedenk ook maar zo wat me hier en nu te binnen schiet. Ik weet het ook niet. Maar ik weet wel dat het zeer behulpzaam is als je jezelf toestaat even afstand te nemen, je los te knippen van de situatie. En zie je klas dan als een podium: Als schrijver-regisseur-toeschouwer-speler kun jij op ieder moment aan de slag met jouw rolrepertoire en dat van de kinderen in je klas. Probeer maar uit, durf te onderzoeken, te spelen met je verschillende posities, door Hier en Nu aanwezig te zijn, en niet met je gedachten bij de toekomst ('Als het me nu niet lukt zit ik het hele jaar in de rol van Verliezer'), of bij het verleden ('Hij terroriseert al jaren de klas, de meesters en juffen. Er is zelfs iemand overspannen van geworden. Help, en nu zit hij bij mij'). Die gedachten werken alleen maar spanning-verhogend, en zijn zeker niet behulpzaam. 
 
Misschien leuk en zinvol om eens een dag mee aan de slag te gaan, met je hele team: creatief,  out of the box, leren denken en doen.
 
© Nationale Onderwijsgids / Jolanda Mulder