Marijn van Dongen

Het is al weer enkele jaren geleden dat ik aanwezig was op het TEday event. Een “doedag” om leerlingen leuke en bijzondere technische ervaringen op te laten doen. Ik raakte in gesprek met Fatima. Ze zal ongeveer 14 jaar zijn geweest. Samen stonden we ons te vergapen aan een BMW. Die ziet zichzelf over een paar jaar al helemaal rijden, dacht ik. “Wat vind je er nou zo mooi aan?”, vroeg ik haar. Ze antwoordde: “De binnenkant natuurlijk. Hoe hij werkt. Hoe de auto in elkaar zit. De techniek en mechaniek. Dat is toch waanzinnig?” Haar ogen glinsterden. Vol ongeloof keek ik haar aan. “Je mag eerlijk zijn hoor”, zei ik er nog lachend achteraan. Veel erger kon ik het niet maken..

Door Marijn van Dongen

Ik denk dat we allemaal wel eens zo’n ‘denkfout’ maken. Dit heeft alles te maken met de associaties die we met iets of iemand hebben. Associaties sturen ons gedrag en zijn van invloed op de keuzes die we maken. In mijn dagelijks werk houd ik me veel bezig met jongeren. Vooral met de vraag ‘Hoe je via het onderwijs jongeren enthousiast kunt maken voor techniek’. Ik spreek regelmatig professionals in het onderwijs. Het algemeen heersende beeld bij hen is dat het imago van techniek onder jongeren niet goed is. Zo blijkt uit eerder onderzoek dat DUO (onderwijsonderzoek & advies) deed. Echter, de manier waarop jongeren aankijken tegen techniek en hoe dit beeld verschilt per leeftijd, afkomst en geslacht, daar is niet echt eerder onderzoek gedaan.

Daarom wilden we weten hoe kinderen en jongeren van 9 tot 17 jaar anno 2018 aankijken tegen techniek en technologie en voerden we een peiling uit onder 1000 jongeren. We vroegen hen hoe ze denken over techniek, wat hun associaties zijn met techniek en technologie en of ze een studie en carrière in de techniek iets voor zichzelf vinden. Want, als je weet hoe jongeren denken over techniek en welke associaties ze daarbij hebben, kun je hier als onderwijsprofessional op inspelen en jongeren gerichter benaderen en enthousiasmeren.

Nu blijkt uit deze peiling dat kinderen in de bovenbouw van het primair onderwijs nagenoeg dezelfde dominante associaties hebben met techniek als in het voortgezet onderwijs. Anders gezegd: het beeld dat kinderen op jonge leeftijd hebben over techniek verandert niet meer zoveel naarmate ze ouder worden. Volgens hoogleraar gedragspsychologie Ap Dijksterhuis is het zelfs zo dat kinderen zich al tussen hun negende en veertiende jaar een idee vormen van het gebied waarin hun carrièremogelijkheden liggen. Ze sluiten dan ook al allerlei beroepen voor zichzelf uit. Daarom is het zo belangrijk dat kinderen, jongens en meiden, al op jonge leeftijd positieve associaties met techniek en technische beroepen opbouwen.


Professionals in het onderwijs spelen daarbij een ongelooflijk belangrijke rol. Dit begint al in het basisonderwijs. Misschien ken je het Britse filmpje ‘Redraw the balance’. Door kinderen in aanraking te brengen met vrouwelijke rolmodellen in typische ‘mannenberoepen’, doorbreek je stereotype beroepsbeelden. Wanneer een meisje van 14 ziet dat er ook vrouwelijke automonteurs zijn, zal zij zich hier sneller mee identificeren.

In het voortgezet onderwijs gaat het er ook om dat onderwijsprofessionals inspelen op de juistedrijfveren van jongeren. Als het om techniek gaat, bestaat dé jongere niet. Jongeren verschillen in hun houding ten aanzien van techniek. En elk type jongere vraagt om een andere manier van aanspreken. Het Bètamentality-model kan daarbij helpen. Daarbij, techniek is de toekomst. Technische vaardigheden worden steeds belangrijker. Veel technische vacatures worden nu niet ingevuld. Daar liggen kansen voor jongeren. En, je kunt met een technische studie zoveel kanten op. Ga maar eens na, in de randstad zijn ziekenhuizen op dit moment mede de grootste technische werkgever. 

Terug naar Fatima. Ik betrapte mezelf op mijn ‘vooringenomenheid’. Ik ging er vanuit dat zij de auto alleen maar als een statussymbool zag. Als iets om mee te pronken. Wat een bord had ik voor mijn kop. Ik zie het maar als een leermoment, een eye opener. Ik besefte dat je moet blijven checken wie je voor je hebt: wat vindt hij of zij interessant en waar is hij of zij goed in. Ik hoop dat haar onderwijzers haar speciale interesse in auto’s en haar oog voor techniek hebben opgemerkt. Dat ze haar hebben gestimuleerd hiermee verder te gaan. Dat haar op het hart is gedrukt dat een studie in de techniek wel eens heel goed bij haar zou kunnen passen. En, stiekem hoop ik haar nog eens tegen te komen in de file. Terwijl ze me lachend met die mooie, maar vooral technisch geavanceerde, BMW, voorbijrijdt.

Wanneer jongeren wordt gevraagd naar hun associaties met techniek dan geeft het merendeel aan dat techniek afwisselend is, dat je er goed je creativiteit in kwijt kunt, dat techniek overal voor nodig is en dat het uitdagend is. Maar, vinden ze dat techniek iets is dat bij hun past? Bekijk eens de resultaten van de Jongerenmonitor. Ik ben benieuwd hoe jij er tegen aan kijkt.

Marijn van Dongen is projectleider bij TechniekTalent.nu

© Nationale Onderwijsgids / TechniekTalent.nu