NOG-columnist Henk ter Haar

We naderen in mavo 3 het einde van een lessenreeks waarin we aan het onderdeel grammatica hebben gewerkt. Woordsoorten en zinsdelen kunnen herkennen en benoemen. De mensen die zich afvragen wat hier nu allemaal het NUT van is, verwijs ik graag door naar dit prachtige artikel daarover, van Peter Arno Coppen. Enfin. Nu het einde van deze lessenreeks in zicht komt, denk ik na over een geschikte manier om toe te werken naar de toets. Omdat het uiteindelijke leren voor de toets zich vaak aan mijn zicht onttrekt omdat de leerlingen dit buiten de lessen om doen, heb ik eigenlijk geen idee hoe ze zo’n leertaak bij deze toets precies aanpakken, terwijl ik denk dat het voor het leren kan helpen daar aandacht voor te hebben, zeker gezien de waarde die aandacht voor metacognitie kan hebben binnen je onderwijs. 

Door Henk ter Haar

Recent las ik daarover het hoofdstuk uit Klaskit, Tools voor topleraren (De Bruyckere, 2017) over metacognitie. Daar komt dan bij dat het maken van oefentoetsen ook bewezen effectief is (Dirkx, K.J.H., 2014) als leerstrategie en niet alleen bij feiten, maar ook bij het toepassen van principes en procedures.

Bovenstaande zaken brachten mij ertoe om een korte lessenserie te ontwerpen ter voorbereiding op de toets, die er als volgt uitziet:

Les 1: Korte instructie, daarna in groepen uiteen voor het toetsontwerp

Ik vertel de leerlingen iets over hoe ik zelf toetsvragen ontwerp. Ik leg het verschil uit tussen verschillende soorten vragen. Kennisvragen, toepassingsvragen, inzichtvragen, etcetera. Ook herhaal ik kort wat de exacte toetsstof is en wat je moet kennen en kunnen wil je het onderdeel grammatica met een voldoende kunnen afsluiten in klas 3.

Ik verdeel de klas vervolgens in groepen van zes leerlingen en geef de groepen de opdracht om de lesstof onderling te verdelen over twee weer kleinere groepjes van drie leerlingen. De groepjes van drie bedenken drie vragen, die ze toelichten in de grotere groep, als de vragen worden samengevoegd. Zo ontstaat per groep een toets van zes vragen. Bij de toets wordt vervolgens een antwoordmodel gemaakt.

Tijdens de les loop ik rond.  Ik hoor hoe leerlingen elkaar steeds vragen stellen over het type vraag, over hoe je de vraag goed formuleert zodat hun klasgenoten straks de opdracht snappen, over hoe je zo’n vraag aan zou moeten pakken om tot het juiste antwoord te komen. Ik leg de les af en toe stil om uit te leggen wat het nut van deze manier van werken is. Ik leg uit DAT het belangrijk is om na te denken over je manier van leren en over het aanpakken van een taak.

Les 2: Maken van de toets

De toetsen van de verschillende groepen worden uitgedeeld en worden door een andere groep uit de klas gemaakt.

Les 3: Corrigeren en nabespreken van de toets

Tijdens les 3 kijken de leerlingen in duo’s elkaars gemaakte toetsen na, zodat het resultaat van de toets kan worden bepaald. De tafels worden daartoe in speeddate opstelling geplaatst, de ontwerper van een toets wordt gekoppeld aan degene die de toetsvragen heeft beantwoord. Samen gaan zij in gesprek over het al dan niet juist zijn van een antwoord. Vragen waar men niet uitkomt, worden aan het eind van de les klassikaal besproken, samen met mij. Vooral de gesprekken over het al dan niet juist zijn van een antwoord levert mooie resultaten op, want zo komen ze tot de kern van het begrip.

Henk ter Haar is docent Nederlands en teamleider op GSG Guido in Arnhem. Op Ter Haar Onderwijst deelt hij lesideeën en zijn ervaringen als leraar.

© Nationale Onderwijsgids / Henk ter Haar