Normal_inspectie_van_het_onderwijs_logo_goed

Met ingang van 1 februari 2016 hanteert de inspectie voor de tussenresultaten van scholen in het primair onderwijs geen eigen normen meer. Dit betekent eveneens dat een oordeel over de tussenresultaten niet langer betrokken wordt bij het eindoordeel over de school. Dit meldt de Onderwijsinspectie.

De inspectie blijft in het toezicht aandacht schenken aan hoe scholen de ontwikkeling van leerlingen volgen en de wijze waarop dit tot conclusies over het onderwijs leidt. Het is aan de school ambitieuze doelen voor de leerlingen te formuleren.

Het is belangrijk dat leerlingen goede resultaten halen en dat scholen de ontwikkeling van leerlingen goed volgen. De inspectie heeft in de afgelopen jaren een oordeel over de tussenresultaten uitgesproken. Dit heeft er mede toe geleid dat de tussentijdse toetsen voor veel scholen in een ander daglicht zijn komen te staan. Voor sommige scholen werd het behaalde resultaat en de verantwoording daarover aan de inspectie belangrijker dan het echte doel van de toetsen. Dat doel - het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen en de evaluatie of de ontwikkeling verloopt zoals gepland – willen we in het toezicht weer centraal zetten.

In lijn met de Kamerbrief ‘Nut en waarde van toetsing in het funderend onderwijs’ maken we daarmee een helderder onderscheid in toezicht tussen formatieve en summatieve toetsen. We verwachten dat scholen zelf ambitieuze doelen stellen voor leerlingen, en zicht hebben op in hoeverre leerlingen die doelen halen. Ook verwachten we dat scholen op basis van hun beeld het onderwijs aan de leerlingen bijstellen.

© Nationale Onderwijsgids