Logo_logo_vsnu

De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en de vereniging van universiteiten VSNU zijn het met elkaar eens over de toekomst van de wetenschap in Nederland. Er worden zorgen geuit over de toekomst van wetenschappelijk onderzoek. Er zal daarom meer geïnvesteerd moeten worden in onderzoeken om de wetenschappelijk positie van Nederland in de wereld te behouden. Dat meldt VSNU.

De KNAW presenteerde onlangs tijdens de Akademiemiddag het essay Wetenschap in Nederland: waar een klein land groot in is – en moet blijven van voorzitter José van Dijck en vicepresident Wim van Saarloos. Hierin stelt de KNAW dat het momenteel goed gaat met de Nederlandse wetenschap, maar dat dit vooral komt door investeringen die in het verleden zij gedaan. Zowel de president als de vicepresident van de KNAW maken zich op dat gebied zorgen over de toekomst.

In ons land wordt de laatste jaren namelijk minder geïnvesteerd in onderzoek, terwijl het aantal studenten en promovendi veel sneller groeit dan de inkomsten van universiteiten. Bovendien is het buitenland erg aantrekkelijk voor talentvolle Nederlandse wetenschappers. Ook komt een groeiend deel van het onderzoeksbudget bij een steeds kleiner deel van het veld terecht. Tot slot wordt door onderzoekers soms, uit noodzaak, minder risico genomen. 

De VSNU deelt de opvatting die in het essay naar voren komt. Doordat de overheid minder investeert in Nederlands onderzoek, komt ook de positie van universiteiten steeds verder onder druk te staan. In Nederland wordt al meer dan tien jaar in totaal minder geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling (R&D) dan gemiddeld. Pas als er meer geïnvesteerd wordt in wetenschappelijk onderzoek en onderwijs kan de wetenschappelijke positie van Nederland behouden blijven, stelt de VSNU als reactie op het essay van de KNAW.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids