Den Haag kiest voor actieve aanpak loden leidingen

Eigenaren van panden worden door de gemeente Den Haag gestimuleerd onderzoek te doen naar de aanwezigheid van loden leidingen, en deze te vervangen. De gemeente kiest hiervoor vanwege het ontbreken van landelijk wetgeving, zo is te lezen in een brief die het stadsbestuur aan de gemeenteraad heeft gestuurd. Dit meldt gemeente Den Haag. 

De inname van lood via kraanwater uit loden leidingen kan nadelige gezondheidseffecten hebben. Dit kan bij ongeboren kinderen, flesgevoede baby’s en kinderen tot en met 7 jaar een nadelig effect hebben op de ontwikkeling van de hersenen. Het is sinds 1960 niet meer toegestaan om loden leidingen te gebruiken bij de bouw van panden. Hoewel de gemeente samen met woningcorporaties en drinkwaterbedrijf Dunea heeft geïnvesteerd in het opsporen en vervangen van loden leidingen, is het niet uit te sluiten dat er op bepaalde plekken nog loden leidingen aanwezig zijn. Met name bij particuliere eigenaren van panden, dus huizen, van voor 1960 doet dit risico zich voor.
 

Aanpak voor verwijderen loden leidingen

In alle gebouwen in gemeentelijk eigendom van voor 1960 worden volgens het meetprotocol van het RIVM watermonsters genomen om de aanwezigheid van loden drinkwaterleidingen uit te sluiten. De gemeente gaat via de gemeentelijke website, de VvE-balie en Hou van je Huis informatiepunten informatie verstrekken aan woningeigenaren. Loden leidingen worden in het onderzoek naar de kwaliteit van de Haagse woningvoorraad meegenomen. Zo kunnen eigenaren gerichter worden aangespoord om de leidingen te vervangen. Via een campagne worden woningeigenaren, verhuurders en overige vastgoedeigenaren bewust gemaakt van de risico’s van loden leidingen en gewezen op hun verantwoordelijkheid om onderzoek te doen en aanwezige loden leidingen te vervangen.
 

Gepleit voor verbod op loden leidingen

Den Haag heeft in G5-verband, samen met Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Eindhoven, gepleit voor een totaalverbod op loden drinkwaterleidingen. De vijf gemeenten en het ministerie van Binnenlandse Zaken gaan hierover met elkaar in gesprek.
 
Door: Nationale Onderwijsgids