
In de kinderopvang werken maar weinig mannen. Slechts een half procent van de kinderopvangmedewerkers is daadwerkelijk man. Als er wel een mannelijke kracht aan het werk is, vertrouwen ouders deze persoon minder snel. Om die reden vertrekken de mannelijke werknemers sneller uit de kinderopvang. Dat meldt RTL Nieuws.
Eind 2010 kwam het verhaal van Robert M. naar buiten, een kinderoppas en medewerker van kinderdagverblijf ’t Hofnarretje in Amsterdam. Hij had tientallen baby’s en peuters misbruikt. Hoogleraar kinderopvang Ruben Fukkink ziet dat er na M. een verschuiving heeft plaatsgevonden.
Onveiligheid bij ouders weghalen
Kinderopvangorganisaties wilden, na de affaire met M., het gevoel van onveiligheid bij de ouders weghalen. Mannelijke pedagogische medewerkers gingen naar de buitenschoolse opvang, aldus Fukkink. In 2010 was heel Nederland gechoqueerd en de kinderopvang wilde laten zien dat het daar wel veilig was. Maar meer dan tien jaar later is er nog weinig veranderd.
Liever geen mannelijke medewerkers
De Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK) ziet dat ouders nog steeds liever geen mannelijke medewerkers in hun kinderopvang willen. Sinds het Hofnarretje zijn ouders toch wat achterdochtig geworden.
Verschil tussen mannen en vrouwen
BOinK probeert de ouders uit te leggen dat er voor mannen ook heel belangrijk is om in de kinderopvang te kunnen werken. En in de kinderopvang is het verschil tussen mannen en vrouwen volgens BOinK duidelijk zichtbaar. Want in de kinderopvang wordt het als bijzonder gezien als een man een luier verschoont, terwijl vaders dit iedere dag doen bij hun eigen kinderen.
Zowel Fukkink als BOinK vinden het tijd dat mannen die werkzaam zijn in de kinderopvang geen uitzondering meer zijn, maar dat het vanzelfsprekend is dat ze daar werken. “Er zou maar één ding moeten tellen en dat is de kwaliteit van de zorg.”
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk