Normal_kov__opvang__kind__spelen__auto_s__jongen

Uit berekeningen van Brancheorganisatie Kinderopvang blijkt dat ouders komend jaar honderden euro's meer kwijt te zijn aan opvang voor hun kinderen. Daar is de nieuwe BKR-regeling debet aan. Vooral voor kleine opvanglocaties zal de regeling veel geld gaan kosten. Dit meldt het Algemeen Dagblad.

Per 1 januari 2019 geldt vanuit de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) dat er één pedagogisch medewerker per 3 baby’s aanwezig moet zijn in de kinderopvang. Nu is dit nog vier. Door deze aanpassing in de beroepskracht-kindratio (bkr) ontstaat een kwaliteitsverhoging omdat er meer ruimte voor beroepskrachten is om baby’s de gewenste verzorging en aandacht te geven. 
 
Uit een rapport van kinderopvangonderzoeker Ed Buitenhek blijkt echter dat de kosten voor dagverblijven met ruim 7 procent stijgen. Via een verhoging van de kinderopvangtoeslag krijgen ouders een deel van die rekening terug. Maar de brancheorganisatie verwacht dat de prijzen harder zullen stijgen dan de verhoging van de toeslagen. Zo zou een gezin met twee kinderen die drie dagen naar de opvang gaan, tussen de 800 en 900 euro per jaar meer kwijt zijn. 
 
Berekeningen van het ministerie van sociale zaken laten zien dat de kosten voor de kinderopvang gemiddeld 4,6 procent hoger zullen liggen en dat de verhoging van de toeslagen deze kosten dekt voor de ouders. Volgens onderzoeker Ed Buitenhek gaat ze echter te veel uit van gemiddelden en is de praktijk weerbarstig. 
 
Erik Vlutters, directeur van een kinderopvang, beaamt dit. “Het ministerie gaat er vanuit dat we de extra kosten opvangen door meer peuters aan te trekken of met de buitenschoolse opvang, maar zo werkt dat niet. Het gros van de kinderen komt als baby en groeit door naar de peutergroep. Je hebt niet ineens een lading extra peuters.” Daarbij komt dat veel gebouwen niet zijn berekend om veel extra kinderen op te vangen. Ook hebben niet alle kinderdagverblijven een bso. Daarnaast verwachten kinderdagverblijven langere wachtlijsten voor baby’s, omdat er minder plekken komen. 
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids