Normal_asscher

De minister van Sociale Zaken, Lodewijk Asscher, wil peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang samen brengen in één stelsel. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Asscher dat de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven vanaf 1 januari 2016 met dezelfde kwaliteitseisen en regelgeving te maken krijgen. 

Asscher was al maanden in gesprek met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), partners uit de kinderopvang en andere betrokkenen over het samenbrengen van het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang in één stelsel. De minister had beloofd nog voor het einde van dit jaar duidelijkheid te scheppen over de visie van het kabinet. In de brief, die Asscher afgelopen maandag naar de Tweede Kamer stuurde, schrijft hij dat het kabinet streeft naar één basisvoorziening voor alle peuters. “Het kabinet wil de onderlinge afstemming van onderwijs, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang optimaliseren. Hiervoor is het noodzakelijk dat de kwaliteitseisen en de financieringsstructuur van voorschoolse voorzieningen sterker worden geharmoniseerd. Een vereenvoudiging van het stelsel van voorschoolse voorzieningen komt dan tot stand. Daarmee wordt de basis gelegd voor betere onderlinge afstemming.”

In de praktijk betekent dit dat peuterspeelzalen vanaf 2016 volledig onder de Wet Kinderopvang komen te vallen. Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen krijgen dus dezelfde kwaliteitseisen. Daarnaast gaat de financiering van het peuterspeelzaalwerk op de schop. Ouders die hun kinderen naar de peuterspeelzaal brengen, krijgen vanaf 2016 ook kinderopvangtoeslag. Dit geldt overigens alleen voor werkende ouders. Ouders, die niet werken en waarvan de kinderen geen taalachterstand hebben, krijgen geen kinderopvangtoeslag als hun kroost naar de peuterspeelzaal gaat. De minister gaat met de VNG om de tafel om hier een oplossing voor te bedenken.

Verder gaat Asscher zich inzetten om de pedagogische kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie te verbeteren. Asscher schrijft: “In de voorschoolse voorzieningen moet meer nadruk worden gelegd op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen. Van pedagogisch medewerkers wordt verwacht dat zij kinderen op een goede manier betrekken, interacties met en tussen kinderen stimuleren en kinderen op diverse manieren ondersteunen en uitdagen.” Het kabinet wil de kwaliteit verhogen door een betere mix van mbo- en hbo-functies op de werkvloer. Daarnaast moet er een betere aansluiting komen tussen de voorschoolse voorzieningen en het basisonderwijs. “Binnen voorschoolse voorzieningen moet zoveel mogelijk worden toegewerkt naar het startniveau van het basisonderwijs (bijvoorbeeld aan de hand van ontwikkeldoelen).”

Het kabinet gaat met de brancheorganisaties, Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang en Peuterspeelzalen (BOinK) en de VNG overleggen over de uitwerking van de plannen. 

© Nationale Onderwijsgids