Logo_logo_vereniging_hogescholen_hbo

Gisteren is het sectorakkoord hbo 2018 door Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen, en onderwijsminister Ingrid van Engelshoven getekend. In het akkoord zijn de kwaliteitsafspraken hoger onderwijs, de wijze van profilering van de hogescholen en de gedeelde prioriteiten voor de periode 2019 tot 2022 vastgelegd. Dit meldt de Vereniging Hogescholen.

Meerwaarde van het hbo

Het sectorakkoord is een steun voor de ontwikkeling van het hbo. Naast afspraken over de besteding van de studievoorschotmiddelen gaat het om het versterken van het praktijkgericht onderzoek, versterking van internationalisering en de rol van hogescholen bij leven lang leren. Door de extra investeringen in praktijkgericht onderzoek kunnen hogescholen hun maatschappelijke impact vergroten en het onderwijs versterken. Dit gebeurt door te zorgen voor groei (aantal en omvang) van lectoraten en toename van het aantal betrokken studenten en docenten. Ook wordt er blijvend ingezet op de verdere profilering van de hogescholen, zowel ten aanzien van onderwijs als praktijkgericht onderzoek, en zwaartepuntvorming met de Centers of Expertise en het starten van nieuwe Centers of Expertise. 
 

Een toegankelijk hbo

De hogescholen blijven zich inzetten op het verbeteren van de doorstroom vanuit het mbo, havo en vwo naar het hbo. Verder is er meer ruimte ontstaan om het aanbod aan associate degrees en masters uit te bouwen. Ook zullen de hogescholen verder werken aan flexibilisering van leerroutes ook over de grenzen van opleidingen en instellingen heen.
 

Doorontwikkeling hbo in het stelsel

De hogescholen vinden het belangrijk dat in het verlengde van dit sectorakkoord wordt geïnvesteerd in een traject voor de doorontwikkeling en verdieping van het advies van de commissie Veerman, gericht op meer ruimte voor differentiatie en profilering en het bevorderen van gelijke kansen en keuzeruimte voor studenten in het stelsel. Onderdeel hiervan is onder meer een verkenning naar de verdere verdieping van onderwijs en onderzoek in het hbo binnen het stelsel, in lijn met de agenda van de commissie Veerman. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om grotere differentiatie in het portfolio en de ontwikkeling van een voor het hbo specifieke derde cyclus.
 

Financiële middelen

In 2017 besteedde de overheid ruim 2,8 miljard euro aan de bekostiging van hogescholen (excl. groen onderwijs). Door bezuinigingen van het vorige en het huidige kabinet (bij een vrijwel constant studentenvolume volgens de referentieramingen 2017) daalt de komende jaren dit macrobudget exclusief de studievoorschotmiddelen. Door de invoering van het studievoorschot is vanaf 2018 het budget verhoogd met 115 miljoen euro, oplopend tot 341 miljoen euro in 2024. Hierdoor wordt de daling van het hbo-budget omgebogen in een beperkte netto toename. Daarnaast komen extra middelen beschikbaar voor praktijkgericht onderzoek.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids