'Kleinere klassen zowel beter voor de leerling als ook goed voor de economie'

Met een investering van bijna 2 miljard euro in met name kleinere klassen en effectieve begeleiding van beginnende leerkrachten, kan er een ook flinke verbetering van de economie worden behaald. Het effect op de totale waarde aan alle goederen en diensten van ons land, het bruto binnenlands product (bbp), zou op de lange duur op een groei van maximaal bijna 7 miljard euro kunnen neerkomen.

Dat staat in een rapport dat de Universiteit van Amsterdam heeft opgesteld op verzoek van de Algemene Onderwijsbond AOb. Wie goed is opgeleid, verdient en spendeert meestal meer en betaalt ook meer belasting. Kleinere klassen met goede leerkrachten die ook niet snel uitvallen zijn dus beter voor de economie.

Omdat de invoering van een pakket aan betere begeleiding en kleinere klassen echter veel tijd kost en ook ingewikkeld is, is het vooralsnog volgens de onderzoekers voor de kortere termijn realistischer om uit te gaan van 3,5 miljard aan extra economische groei door een dergelijke impuls.

Het grootste deel van de investeringen is nodig voor kleinere klassen in het basisonderwijs. Volgens de AOb staat internationaal wel vast dat een klas van maximaal 21 kinderen de beste omvang is.

De groepsgrootte in het primair onderwijs komt binnenkort aan de orde in de Tweede Kamer. Het gemiddelde is volgens de AOb licht gedaald naar 22,6 kind per klas, maar "nog steeds zit een derde van de leerlingen in het basisonderwijs in een klas van meer dan 25 kinderen".

Door: ANP