Normal_dekker__staatssecretaris__sander__onderwijs

Het eindoordeel van directeuren in het basis- en voortgezet onderwijs over de onderwijsbewindslieden in het kabinet Rutte II is negatief: minister Bussemaker krijgt gemiddeld een 5,7 als rapportcijfer en staatssecretaris Dekker scoort met een 4,6 nog lager. Sinds de installatie van beide bewindslieden (in november 2012) is het vertrouwen in hen sterk gedaald en dan met name het vertrouwen in Dekker. Dit meldt DUO Onderwijsonderzoek.

Circa één op de tien directeuren heeft momenteel nog veel vertrouwen in de minister en circa één op de twintig nog in de staatssecretaris. Directeuren zijn ook zeer kritisch over het gevoerde onderwijsbeleid: met name over de invoering van passend onderwijs, over de gevolgen van de Wet werk en zekerheid voor het onderwijs, over de Rekentoets (voor het voortgezet onderwijs) en (in mindere mate) over de invoering van het keurmerk Excellente scholen. Dat blijkt uit een in maart 2017 verricht onderzoek onder 562 directeuren in het basisonderwijs en 316 directeuren in het voortgezet onderwijs van DUO Onderwijsonderzoek.
 
In november 2012 is het kabinet Rutte II geïnstalleerd. Tijdens deze periode heeft DUO Onderwijsonderzoek vijf keer een meting verricht onder directeuren in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs naar hun vertrouwen in dit kabinet. De laatste meting en tevens eindevaluatie is verricht in de week van 6 maart 2017. Hieruit blijkt onder andere dat 50 procent van de directeuren in het basisonderwijs en 34 procent van de directeuren in het voortgezet onderwijs vindt dat het beleid van dit kabinet heeft geleid tot een verslechtering van de kwaliteit van het onderwijs. Respectievelijk 12 en 21 procent vindt dat het beleid heeft geleid tot een verbetering. 
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids