Normal_leraar

De Rotterdamse scholenkoepel BOOR heeft toegezegd de grens van maximaal 750 klokuren les te respecteren voor fulltime leerkrachten. Hetzelfde gebeurt naar rato voor docenten die in deeltijd werken. Dit heeft de scholenkoepel verzekerd aan AOb-rayonbestuurder Jan Menger. Dit meldt de Algemene Onderwijsbond (AOb). 

Vorige week werd bekend dat het openbaar onderwijs in Rotterdam grote financiële problemen heeft. Hierdoor was er sprake van dat de docenten van dertien middelbare scholen zestien procent meer les moesten geven voor hetzelfde salaris. De AOb benadrukt dat leerkrachten maximaal 25 lessen van 50 minuten per week mogen geven in een tijdsbestek van 36 weken. Dit staat volgens de AOb gelijk aan maximaal 750 klokuren per jaar. De scholengroep heeft in een overleg van afgelopen vrijdag toegezegd dat maximale uren aan te houden.

Scholenkoepel BOOR wil dat alle middelbare scholen die onder hun vallen de zogenoemde opslagfactor van 1,74 terugbrengen naar 1,5. Menger maakte zich zorgen over het naar beneden brengen van deze factor, omdat het nogal wat consequenties heeft. Docenten zouden ineens 180 uur per jaar 'overhouden'. “Die uren mogen ze niet meer inzetten om lessen voor te bereiden en na te kijken. Dat moet in 33 procent minder tijd gebeuren, waardoor de werkdruk toeneemt en de kwaliteit van het onderwijs verslechtert”, zegt Menger.

Menger legt uit dat de scholenkoepel de 'overgebleven' uren vooral wil gebruiken om lesvermindering te voorkomen. Met een hogere opslagfactor zouden docenten meer tijd hebben om lessen voor te bereiden, maar minder tijd voor hun niet-lesgebonden taken, zoals mentoraat en excursies. Docenten zouden hierdoor in het verleden minder lessen hebben gegeven om dit te compenseren. Met een lagere opslagfactor zou dit niet nodig zijn: docenten hebben minder tijd om lessen voor te bereiden, maar meer uren voor niet-lesgebonden taken. 

© Nationale Onderwijsgids