Logo_samenwerking34

De eerste Monitor 10-14 onderwijs is uitgebracht. Hierin worden de ontwikkelingen van 6 scholen beschreven die in de afgelopen jaren onderwijs aan kinderen van 10 tot 14 jaar zijn gestart. Dit meldt Oberon.

Het huidige kabinet staat positief ten opzichte van de ontwikkeling van 10-14 onderwijs. In het regeerakkoord staat: “Sommige kinderen zijn gebaat bij een meer geleidelijke overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. De 10-14-initiatieven, een samenwerkingsvorm tussen basisinitiatieven en initiatieven voor voortgezet onderwijs, voorzien in zo'n behoefte. Voor dergelijke vormen van samenwerking komt meer experimentele ruimte.”
 
De belangstelling voor 10-14 onderwijs neemt snel toe. Met ingang van het schooljaar 2018/19 starten zes nieuwe 10-14 initiatieven. Met het monitor-onderzoek worden nu in totaal twaalf initiatieven gevolgd tot en met het schooljaar 2019/20. 
 
De monitor liet verschillende knelpunten zien in het 10-14 onderwijs, vooral op het terrein van wet- en regelgeving. De meest ervaren knelpunten zijn:
  • Verschillende CAO’s voor po en vo. Dit heeft als gevolg dat leraren binnen 10-14 onderwijs een verschillende waardering krijgen voor dezelfde werkzaamheden.
  • Bevoegdheden van leraren voor één schooltype. Doordat de meeste leraren geen bevoegdheid voor po en vo hebben, is vaak dubbele bezetting nodig.
  • Gescheiden geldstromen voor po en vo. Hierdoor moeten er voor twee aanvragen worden ingediend voor een subsidie.
  • Verplichting van Eindtoets en schooladvies. Binnen 10-14 onderwijs is de eindtoets in feite een tussentoets. Het toetsmoment is strijdig met de visie achter 10-14 onderwijs, namelijk een doorgaande ontwikkeling.
  • Verschillende onderzoekskaders voor po en vo. Voor 10-14 onderwijs gelden twee onderzoekskaders, voor po en vo. Het is wel de ervaring van de initiatieven dat de Inspectie constructief meedenkt
  • Geen eigen BRIN-nummer. De initiatieven vallen deels onder een po-school en deels onder een voschool. Ze hebben geen eigen BRIN-nummer en ook geen eigen MR. Een ander nadeel is dat ze bepaalde subsidies mislopen, zoals die voor kleine initiatieven.
Onderwijsminister Slob meldt dat hij samen met de betrokkenen de knelpunten gaat analyseren en vervolgens suggesties zal geven over hoe de scholen ermee kunnen omgaan.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids