Normal_geld__pennen__contract__afspraak

Het ministerie van financiën is er niet van overtuigd dat het extra geld dat is uitgetrokken voor het verhogen van de lerarensalarissen ook daadwerkelijk gebruikt gaat worden voor de leraren. Daarom moeten er aanvullende voorwaarden komen. Dat schrijft het ministerie in een brief die via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (wob) in handen kwam van het Algemeen Dagblad, zo meldt de krant.

Het kabinet heeft 270 miljoen euro extra uitgetrokken om de salarissen van basisschoolleraren structureel te verhogen. Nu blijkt dat het ministerie van financiën er niet op vertrouwt dat dat geld daadwerkelijk bij de laren terecht komt als dit op de rekening van schoolbesturen wordt gestort. Het ministerie baseert zich op ervaringen vanuit het verleden: in 2008 is eveneens 290 miljoen euro geïnvesteerd door het kabinet om 40 procent van de leraren naar een hogere salarisschaal te helpen. Daarvan is weinig terechtgekomen. Het geld is naar de scholen gegaan, maar de regering heeft geen idee waaraan het precies is besteed. Het ministerie van financiën wil daarom nu betere afspraken maken.
 
Volgens de Algemene Vereniging Schoolleiders en de PO-Raad is de basisbekostiging de boosdoener. Als er genoeg geld was voor de basisvoorzieningen, dan konden ze de 270 miljoen met een gerust hart naar de lerarensalarissen laten gaan. Het huidige budget is echter ontoereikend, vinden de schoolbesturen. De huidige lumpsumsystematiek geeft scholen de vrijheid in de besteding van het geld waar dat het meeste nodig is. Het ministerie van financiën is daarom bang dat het geld dat specifiek voor de lerarensalarissen is bedoeld, naar andere doeleinden gaat. De onderwijsbonden zijn het daarmee eens. Zij pleiten al langer voor een schot in de lumpsum, waarbij geld voor salarissen en geld voor materiële kosten gescheiden wordt.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids