Normal_school_opvang_kind_peuter_baby

Het geld dat ieder jaar geïnvesteerd wordt in projecten voor vroeginterventie levert een daling op in de inzet van tweedelijns zorg. Iedere euro die wordt uitgegeven levert uiteindelijk 3,70 euro op in maatschappelijk rendament. Los van de winst van vroeginterventie voor ouders en kinderen zelf, wordt nu ook duidelijk dat het qua zorgkosten juist aantrekkelijk is om hierin te investeren. Dat meldt Vakblad Vroeg.

In Nijmegen vond de maatschappelijke Business Case (Mbc) ‘Vroeginterventie en vindplaatsgericht werken op school en opvang’ plaats, dat inzicht verschafte in de te verwachten effecten van investeringen in vroeginterventie. Het ging daarbij om zowel de maatschappelijke als de financiële aspecten van zo’n investering. Verschillende zorgaanbieders, het onderwijs en partners in de kinderopvang werkten samen om dit rendament vast te leggen. Dat iedere euro zoveel meer waard wordt in maatschappelijke baten, is een positieve uitkomst die nieuwe investeringen zou kunnen bevorderen.

In de Mbc werd gekeken naar Passende Kinderopvang (PKO) die gericht is op kinderen met een beperking en naar De School als Vindplaats. Op het PKO wordt ambulante ondersteuning aangeboden binnen de reguliere kinderopvang. Tweedelijns ambulante begeleiders worden daarbij ingezet om de pedagogisch medewerkers te coachen en om de coördinatie van eventuele eerstelijns zorg te begeleiden. Ook op scholen kunnen specialisten worden ingezet om psychische- en gedragsproblemen vroegtijdig te signaleren. Zo kunnen soms heel eenvoudige oplossingen worden geboden voor problemen die anders pas in de veel duurdere tweedelijns zorg boven water waren gekomen.

In de PKO wordt een besparing van 185.00 euro verwacht door de vroegtijdige interventies. Bij De School als Vindplaats kan dat zelfs oplopen tot 991.000 euro. Daarvoor zijn wel behoorlijke investeringen nodig die ook allemaal een pittig prijskaartje hebben, bijvoorbeeld door de inzet van tweedelijns personeel om de medewerkers op de kinderopvang en scholen te ondersteunen.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids