In Nederland verblijven op dit moment meer dan tweeduizend asielzoekerskinderen in de leeftijd van nul tot vier jaar in asielzoekerscentra en noodopvanglocaties verspreid over ten minste 68 gemeenten. Dit zijn kinderen uit gezinnen waarvoor de procedure nog loopt, die wachten op uitplaatsing naar een gemeente of die zijn uitgeprocedeerd. “Bij elkaar gaat het om een grote groep kinderen waarbij de urgentie nu ligt bij de groep van twee tot vier jaar waarvoor professionele voorzieningen grotendeels ontbreken of niet goed vormgegeven (kunnen) worden”, stellen de organisaties in de brief.

De organisaties benadrukken dat aandacht voor hun taalontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling cruciaal is op die leeftijd. Deze kinderen zouden zo snel mogelijk spelend de Nederlandse taal moeten leren en in contact komen met Nederlandse leeftijdgenootjes, gebruiken, normen en waarden. Dat moet achterstand voorkomen als ze in het basisonderwijs starten op hun vierde of vijfde jaar.

Lang niet alle gemeenten hebben een (educatief) aanbod voor peuters die in de asielopvang verblijven. De partijen vinden het daarom van belang dat er een landelijk kader wordt ontwikkeld “zodat het niet afhankelijk is van de lokale kleur of willekeur of peuters de taal leren en spelend in aanraking komen met de Nederlandse cultuur”. De voorzieningen voor deze peuters is afhankelijk van de financiële (on)mogelijkheden van betrokken gemeenten. De organisaties vinden dit onwenselijk en benadrukken dat tijdelijke financiering voor voorzieningen voor deze groep peuters noodzakelijk is. 

© Nationale Onderwijsgids