Het Peutercollege voor Rotterdamse kinderen van twee en drie jaar heeft zichzelf niet waargemaakt. Het positieve effect van Het Peutercollege op de peuters met een taalachterstand kon niet goed worden bewezen. Dit meldt het Algemeen Dagblad.
Het Peutercollege was in 2013 opgericht om Rotterdamse peuters uit achterstandsgezinnen een goede aanzet te geven naar de basisschool. Op het Peutercollege konden zij in vier dagdelen per week spelenderwijs leren en zo klaargestoomd worden voor de basisschool. Zelfs in de vakantie was er de mogelijkheid om het geleerde te herhalen.
Het unieke van het project was het feit dat het geheel niet gesubsidieerd was door de overheid, maar uit eigen zak betaald werd vanuit twee liefdadigheidsstichtingen: de Bernard van Leer Foundation en de Stichting De Verre Bergen. Samen stopten zij 6 miljoen euro in wat burgemeester Aboutaleb een 'revolutionair onderwijsproject' noemde.
Door middel van het Verwey-Jonker Instituut werd geprobeerd om zichtbaar te maken welk effect het geïnvesteerde geld had. Volgens Peuter & Co-directeur Vigdis van der Giesen, die vier opvanglocaties ter beschikking stelde voor het Peutercollege, was dit effect minimaal.“Ik kreeg geen inzage in de voortgang of de uitkomsten van het onderzoek en ook onze eigen observaties laten geen evident verschil zien.”
Daarnaast kost Het Peutercollege teveel geld. Aan het project met de huidige financiering van 6 miljoen euro hebben nu 132 kinderen meegedaan, maar voor alle 8.000 Rotterdamse peuters met een taalachterstand kan waarschijnlijk niet genoeg geld bij elkaar verzameld worden.
© Nationale Onderwijsgids
