Rots en Water interventie heeft positieve invloed op ontwikkeling vmbo-leerlingen

Dr. Esther Mertens heeft de effecten onderzocht van de inzet van de training Rots en Water op verschillende vmbo-scholen. Uit haar proefschrift ‘Skills and Struggles in the Intra- and Interpersonal Domain: Effectiveness of Universal School-based Interventions’ blijkt dat leerlingen in verschillende domeinen een betere ontwikkeling laten zien. Dit meldt Rots en Water Instituut.

Rots en Water is een psychofysieke training ontwikkeld voor het onderwijs (po, vo, so en mbo). Daarnaast wordt het programma ingezet in de hulpverlening, jeugddetentie en ggz. Het richt zich op de ontwikkeling van sociale competenties, het voorkomen en aanpakken van pesten, weerbaarheid en seksueel geweld.
 
De resultaten van het onderzoek van Mertens laten zien dat leerlingen die de Rots en Water interventie hebben gehad een betere ontwikkeling laten zien op meerdere uitkomsten op zowel het interpersoonlijke domein (agressie) als het intra-persoonlijke domein (psychologisch welbevinden, seksuele autonomie, internaliserend gedrag) en op secundaire uitkomstmaten (zelf-controle en emotieregulatie), ten opzichte van de leerlingen die de R&W-interventie niet hebben gehad. De uitkomsten waren het sterkst in het eerste jaar en wanneer een kernteam van leerkrachten betrokken was bij het uitvoeren van de interventie.
 
Aan het onderzoek namen 1.299 leerlingen deel, verspreid over 13 scholen. Het onderzoek vond tussen 2016 en 2020 plaats, werd uitgevoerd door de Universiteit van Utrecht en gefinancierd door de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (ZonMw).
 
Door: Nationale Onderwijsgids