Normal_leraar_docent_leerlingen_les_klas_studenten

Vandaag gaan de Zomerscholen tegen zittenblijven weer van start. Het gezamenlijke initiatief van de VO Raad en vakbond CNV Onderwijs moet zittenblijvers in het voortgezet onderwijs terugdringen. Vorig jaar werden de Zomerscholen voor het eerst georganiseerd. Toen kon 85 procent van de deelnemende leerlingen alsnog over naar de volgende klas. Dit meldt de VO Raad.

Het ministerie van Onderwijs financiert de tweejarige proef met de Zomerscholen. Voor veel middelbare scholieren werkt zittenblijven erg demotiverend. Het rendement van doubleren is daardoor laag. Vaak presteert een leerling slechts op één of enkele vakken onvoldoende, toch moeten zij het hele jaar overdoen. Op de Zomerscholen krijgen de leerlingen les in juist die vakken waar ze moeite mee hebben.

Twee weken lang krijgen de leerlingen intensieve en persoonlijke begeleiding van docenten en studiecoaches. De school van de leerling bepaalt of de leerling deelneemt aan het zomerprogramma en stelt ook de overgangstoets samen om te bepalen of de leerling alsnog door mag naar het volgende leerjaar.

Deze zomer werken in totaal dertig scholen verspreid over Nederland mee aan de pilot. Het gaat dan om ongeveer vijfhonderd leerlingen. De leerlingen kunnen terecht op dertien individuele scholen en twee regionale scholen van meerdere scholen gezamenlijk. De Rijksuniversiteit Groningen onderzoekt of de werkwijze van de Zomerscholen effectief is om het aantal zittenblijvers structureel terug te dringen. De initiatiefnemers hebben de ambitie om het aantal doublerende scholieren te doen afnemen van 5,8 procent naar 3,8 procent in 2020. In het sectorakkoord voor het voortgezet onderwijs zijn hier onlangs afspraken over gemaakt.

© Nationale Onderwijsgids