Directeuren maken zich zorgen om ontwikkelingsachterstand bij vierjarigen

Veel leerlingen starten de basisschool met een ontwikkelingsachterstand, blijkt uit een enquête van de Algemene Vereniging van Schoolleiders onder 210 basisschooldirecteuren. Zij vinden dan ook dat peuters en kleuters makkelijker naar de voorschool moeten kunnen gaan. Dat meldt Een Vandaag.

Zeker 75 procent van de directeuren maakt zich zorgen over het toenemende aantal jonge kinderen dat met een ontwikkelingsachterstand aan de basisschool begint. Zo ook de directeur van de Haagse P. Oosterleeschool. Kinderen tussen de 2,5 en de 4 jaar uit de Haagse wijk Moerwijk mogen dit jaar gratis naar de voorschool. Dat is dan voor zo’n 16 uur per week. De gemeente trok aan de bel omdat de helft van de kinderen uit Den Haag aan de basisschool begint met een ontwikkelingsachterstand.

Taalontwikkeling 

Op deze school zitten kinderen uit 51 verschillende culturen en samen spreken ze zo’n 43 verschillende talen, aldus Mariska Wubben, directeur van de P.Oosterleeschool. Hun taalontwikkeling blijft achter als ze niet op de voorschool hebben gezeten of naar een kinderdagverblijf zijn gegaan.Volgens Wubben hebben deze kinderen een kleinere woordenschat en is dat lastig in te halen.

Sociale vaardigheden 

Op de basisschool merken ze dat deze kinderen ook een aantal belangrijke sociale vaardigheden missen, zoals stil blijven zitten op hun stoel in de klas.

Terugloop sinds coronatijd 

De Haagse voorschool ziet een terugloop aan kinderen sinds de coronatijd. Leerkrachten in het basisonderwijs krijgen daardoor te maken met nieuwe uitdagingen. Want als er te veel van die kinderen in een kleuterklas terechtkomen, dan gaat dit volgens Wubben ten koste van de tijd die ze aan andere kinderen kunnen besteden. De schooldirecteuren die de enquête hebben ingevuld sluiten zich daarbij aan.

Voorschoolse educatie gratis maken 

Zo’n 90 procent van de schooldirecteuren vindt dat voorschoolse educatie in Nederland gratis moet zijn. De schoolleiders maken zich wel zorgen over de financiering en of er voldoende personeel beschikbaar is. In Den Haag hoeven ouders nu geen kinderopvangtoeslag meer aan te vragen als hun kinderen naar de voorschool gaan.

Kinderopvangtoeslag 

Een voorschool valt eigenlijk niet onder onderwijs, maar onder kinderopvang. Daarom moet er in veel steden nog wel kinderopvangtoeslag worden aangevraagd. Schooldirecteur Wubben geeft aan dat het aanvragen van de toeslag voor veel ouders in Moerwijk een grote drempel is. Dat komt allemaal door de toeslagenaffaire, waarbij veel ouders uit Moerwijk slachtoffer zijn geworden.

Daarom is de voorschool niet bepaald populair onder ouders uit die wijk, stelt Wubben. Als je als Poolse of Roemeense ouder het Nederlandse schoolsysteem niet kent, dan heb je ook geen idee dat er een voorschool bestaat. “Dat moet eerst bekend zijn bij ouders”, aldus Wubben.

Ouders meenemen naar de voorschool 

Een telefoontje plegen naar de ouders is volgens Wubben dan ook niet genoeg. Want je kan ze van alles vertellen over de voorschool, maar als ze geen Nederlands spreken dan hebben ze je toch niet begrepen. Soms moet je de ouders zelfs meenemen om een dagje te kijken op de voorschool. Dan zien ze hoe het er daaraantoe gaat.

Daar energie in stoppen is volgens Wubben heel wat waard. Anders stromen de kinderen straks weer uit het reguliere onderwijs en komen ze terecht op het speciaal basisonderwijs. Of kinderen zitten op jonge leeftijd thuis omdat ze de maatstaf van het basisonderwijs niet kunnen halen.

“Op de langere termijn is het zo dat kinderen op een lager niveau uitstromen dan noodzakelijk is, omdat ze de achterstand van de basisschool nooit meer hebben ingehaald. Dat is verspilling van talent”, aldus Wubben.

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk