Normal_inspectie_van_het_onderwijs_logo_goed

Niet alle kleinere schoolbesturen hebben hun interne toezicht even goed georganiseerd. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs. Onderzocht werden schoolbesturen die bestaan uit zowel uitvoerende bestuursleden als uit bestuurders met toezichthoudende taken. Dit meldt de Inspectie van het Onderwijs.

In het primair onderwijs komt die bestuursvorm het vaakst voor. In het rapport ‘Functionele scheiding van bestuur en toezicht in de praktijk’ benadrukt de inspectie dat zulke besturen de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden goed moeten regelen.

Goed evenwicht tussen uitvoering en toezicht regelen

Besturen hebben volgens de wet veel ruimte om het interne toezicht zelf vorm te geven. Grotere besturen hebben vaker een afzonderlijke raad van toezicht. Kleinere besturen - zoals die veel in het primair onderwijs voorkomen - kiezen vaker voor een bestuursvorm waarbij toezichthoudende bestuursleden samen met de uitvoerende bestuursleden het schoolbestuur vormen. Dat wordt wel een functionele scheiding van bestuur en toezicht genoemd.

Bij een deel van zulke schoolbesturen blijkt de onafhankelijkheid van het intern toezicht goed te zijn gewaarborgd. Maar er zijn ook besturen waarbij de scheiding tussen de bestuurs- en de toezichtsrol alleen globaal is geregeld, en waarbij de bestuursleden minder goed rolvast zijn. Juist bij deze bestuursvorm is het van belang dat het bestuur een goed evenwicht tussen uitvoering en toezicht regelt, en ook toepast.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids