Sinds 2021 is het eenvoudiger geworden om een nieuwe school te starten, met name voor geloofsrichtingen die nog niet vertegenwoordigd zijn binnen een gemeente. Waar voorheen complexe procedures golden, volstaat het nu om via een digitaal systeem steunbetuigingen van ouders te verzamelen. Ongeveer tweehonderd bevestigingen van belangstelling zijn voldoende voor een aanvraag.
Toenemende belangstelling én weerstand
De belangstelling voor islamitisch onderwijs groeit al enkele jaren. Uit cijfers blijkt dat een derde van alle nieuwe basisscholen sinds 2022 islamitisch is. Gemeenten tonen echter vaker bezwaar tegen deze scholen dan bij andere richtingen. Zo uitte de gemeente Groningen zorgen over mogelijke segregatie, al kon de komst van de school niet worden tegengehouden omdat deze voldeed aan de wettelijke voorwaarden.
Volgens onderwijsorganisatie ISBO weten islamitische initiatiefnemers ouders relatief eenvoudig te mobiliseren. De onderwijsinspectie toetst vooraf de kwaliteit van de plannen en kijkt onder meer naar de lesinhoud en leerlingondersteuning. Ondanks deze waarborgen zien sommige gemeenten islamitische scholen liever niet komen, al hebben ze formeel geen beslissende rol bij de toelating.
Wel zijn gemeenten verantwoordelijk voor het bieden van huisvesting. In de praktijk blijkt dat islamitische scholen vaak op weinig medewerking kunnen rekenen. Toch heeft Groningen inmiddels aangegeven zich in te zetten om de huisvesting van de nieuwe school te regelen.
Toekomst onzeker door politieke druk
Momenteel gaan ruim 20.700 kinderen naar een islamitische basisschool, wat neerkomt op 1,4 procent van alle basisschoolleerlingen. Daarmee is het islamitisch onderwijs nog altijd relatief klein, zeker vergeleken met bijvoorbeeld de ruim 1800 protestants-christelijke basisscholen in Nederland.