Normal_slob__onderwijs__minister

Onderwijsminister Arie Slob wil geen maximale grens stellen aan de geldelijke reserves van samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs. Hij vindt dat de samenwerkingsverbanden onderling te verschillend zijn om dit landelijk aan banden te leggen. Dat schrijft hij in antwoord op vragen van Kamerlid Lisa Westerveld van GroenLinks. Dit meldt VOS/ABB.

Slob deelt de mening dat de verantwoording over de besteding van de middelen voor passend onderwijs moet worden verbeterd. Hij geeft aan dat hij bezig is met een wetsvoorstel dat ervoor zorgt dat alle jaarstukken van zowel scholen als samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs online moeten worden gepubliceerd. Ook wordt er een nieuw model ontwikkeld voor een correcte verantwoording van de financiën in samenspraak met de samenwerkingsverbanden, de sectorraden en de Onderwijsinspectie.
 
Verder schrijft Slob dat hij van samenwerkingsverbanden verwacht “dat zij een risico-inschatting maken en op basis daarvan sturen op de aan te houden reserve”. Ook zegt Slob over het beeld van de reserves die samenwerkingsverbanden aanhouden: “Samenwerkingsverbanden verschillen in omvang, inrichting en beleidvoerend vermogen. Zo mag verwacht worden dat een samenwerkingsverband dat eigen personeel in dienst heeft een hogere reserve aanhoudt dan een samenwerkingsverband dat dat niet heeft.” Hij vindt het daarom onwenselijk om een maximale grens in te stellen voor de aan te houden reserve.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids