VO-raad: leerlingen volgende week gemiddeld kwart van de tijd weer naar school

Leerlingen in het voortgezet onderwijs gaan vanaf volgende week dinsdag gemiddeld een kwart van de tijd weer naar school, blijkt uit een enquête onder alle vo-scholen. De rest van de tijd volgen zij nog vanuit huis onderwijs. Leerlingen die dat het hardst nodig hebben komen vaker naar school. Scholen besteden de tijd op school zowel aan het overbrengen van kennis als aan mentorlessen en sociale ontwikkeling. Nagenoeg alle leerlingen gaan vanaf 2 juni weer naar school, vier procent van de scholen geeft aan dat niet alle leerlingen voor de zomervakantie naar school komen. Deze leerlingen zijn voorlopig volledig aangewezen op afstandsonderwijs. Dit meldt de VO-raad.

De VO-raad vroeg afgelopen week aan directeuren en rectoren van de scholen in het voortgezet onderwijs hoe zij de heropening van de scholen vanaf 2 juni zullen vormgeven. Paul Rosenmöller: “Het is een grote uitdaging om scholen te heropenen met als voorwaarden dat zowel de leerlingen als de volwassenen anderhalve meter afstand houden. Dat vraagt veel van scholen en het onderwijspersoneel, maar de enquête laat zien dat de afspraken die over de heropening gemaakt zijn weliswaar lastig maar uitvoerbaar zijn.”
 
De leerlingen gaan gespreid weer naar school en de een gaat meer dan de ander. Scholen maken gebruiken van de ruimte die het kabinet biedt om eigen keuzes te maken. Afhankelijk van de samenstelling van de leerlingenpopulatie, het soort onderwijs en de mogelijkheden die het schoolgebouw biedt, komt ongeveer een derde tot een kwart van de leerlingen tegelijkertijd naar school. Ook de beschikbaarheid van onderwijspersoneel is hierbij een factor. Uit de enquête blijkt dat landelijk gemiddeld 8 procent van het onderwijspersoneel niet op school kan of wil werken, maar dat varieert per school. 
 
Ruim driekwart van de scholen differentieert in hoeveel specifieke (groepen) leerlingen naar school komen. De scholen kiezen er voor om met name kwetsbare leerlingen, die geen veilige thuissituatie hebben of thuis moeilijk kunnen leren, zo vaak mogelijk naar school te laten komen. Deze leerlingen komen ruim de helft van de tijd naar school. Ook leerlingen met leerachterstanden en leerlingen in het voor-examenjaar komen bij voorkeur vaker naar school. 
 
Fysiek op school is straks aandacht voor meerdere aspecten van het onderwijs: op de eerste plaats kennisoverdracht (52 procent van de tijd) maar daarnaast ook de sociale vorming en mentorlessen -volgens scholen heel belangrijk nu leerlingen het zolang zonder ‘echt’ contact hebben moeten doen-, toetsing, en het inhalen van achterstanden.
 
Paul Rosenmöller: “Het is logisch en goed dat de scholen dergelijke keuzes maken. We horen van veel scholen dat zij de periode tot de zomervakantie ook gebruiken om te oefenen met de anderhalvemeterschool. Het is wel de bedoeling dat dat ook voor die laatste 4 procent gaat gelden. Want de kans dat het nieuwe schooljaar wel weer als vanouds kan worden opgestart is gering.” 
 
Door: Nationale Onderwijsgids