NOG Wat is wetenschappelijk onderwijs?

Wat is wetenschappelijk onderwijs (wo)?

Het wetenschappelijk onderwijs (wo) is een onderwijsvorm die mensen voorbereidt op het werken in een hogerkaderfuncties en in onderzoeksfuncties. Het wo is een van de twee onderwijsvormen binnen het hoger onderwijs in Nederland. Wo-opleidingen worden aangeboden op universiteiten. De opleidingen richten zich zowel op de overdracht van theoretische kennis als op de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden. Wo-opleidingen zijn opgezet via de bachelor-masterstructuur. Wo-opleidingen kunnen deeltijd, voltijd en duaal (deels werkend) gevolgd worden.

Toelatingseisen

Leerlingen die een vwo-diploma van de middelbare school of een hbo-propedeuse hebben behaald, kunnen ervoor kiezen om een vervolgstudie aan een universiteit te volgen. Tevens hebben mensen van 21 jaar of ouder de mogelijkheid van een toelatingsexamen (colloquium doctum) voor een studie aan een universiteit. De onderwijsinstelling kan aan de hand hiervan zelf bepalen of het niveau van de deelnemer voldoende is. Iedereen kan vanaf de leeftijd van 18 jaar aan de Open Universiteit studeren, omdat deze instelling geen diploma-eisen hanteert. Voor studenten die een buitenlands of afwijkend diploma hebben, is er de mogelijkheid om het diploma als geldig te laten beschouwen door de onderwijsinstelling. Om een buitenlands diploma geldig te laten verklaren, kan men terecht bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) of bij Nuffic.

Het diploma is niet de enige factor die toegang tot een academische opleiding geeft. In de nadere vooropleidingseisen staat beschreven welke profielen en vakken van het vwo nodig zijn voor toegang tot een bepaalde opleiding. Eventueel zijn er aanvullende eisen, zoals een auditie of toelatingstest voor opleidingen in de kunst- of sportsector. De toelatingseisen zijn daarbij vastgelegd in de wet, waarbij er zo min mogelijk belemmeringen worden gehanteerd om iedereen zoveel mogelijk de mogelijkheid te geven tot alle vormen van onderwijs.

Studielast

Er is in het wetenschappelijk onderwijs geen wettelijk vastgesteld aantal studie-uren. Daarentegen kennen universiteiten, net als hogescholen, een benodigd jaarlijks aantal van 60 studiepunten. Deze 60 punten vertegenwoordigen een bepaalde studielast, in de vorm van studie-uren. Voor iedere studiepunt zou een student ongeveer 28 uur bezig moeten zijn met studeren, op die manier uitkomend op een totaal van 1680 studie-uren. De punten worden door de onderwijsinstelling verdeeld over de verschillende vakken, gebaseerd op internationale afspraken via het European Credit Transfer System (ECTS). Hoe deze studietijd ingevuld wordt, hangt af van de betreffende onderwijsinstelling en kan zowel per opleiding als per studiejaar verschillend zijn. Een deel van de studie-uren wordt aan de hand van colleges en practica ingevuld en een deel door zelfstudie. Hoe een universiteit dit vormgeeft, kan bekeken worden in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding.

De onderwijs- en examenregeling (OER)

De inhoud van het lesprogramma op onderwijsinstellingen staat vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling (OER). Iedere instelling is wettelijk verplicht een dergelijke regeling op te stellen. In deze regeling staat onder andere beschreven wat de studielast is en hoe studiepunten toegekend moeten worden. Daarnaast staat er in de regeling informatie over de inhoud van zowel de opleiding als de examens, de inrichting van het onderwijs, afstudeerrichtingen, werkgroepen, stages, kennis, inzicht en vaardigheden die aan het eind van de opleiding zou moeten worden beheerst, bewaking van de studievoortgang en -begeleiding, manier van examinatie en herkansingen en speciale regelingen voor gehandicapte studenten.

Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO)

Opleidingen die wettelijk erkend zijn door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) en de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO) worden opgenomen in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO). Dit register is openbaar en wordt door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) beheerd. Opleidingen worden in het CROHO opgenomen als kwaliteit en doelmatigheid positief zijn beoordeeld. Wanneer een opleiding niet in het CROHO is opgenomen, leidt het afstuderen niet tot een graad of titel op basis van de Nederlandse wet en krijgen studenten die een dergelijke opleiding volgen geen studiefinanciering. 

Studenten met een functiebeperking

Studenten met een functiebeperking hebben het recht een gelijkwaardige studie te volgen als andere studenten. In de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) staat dat onderwijsinstellingen speciale voorzieningen moeten verzorgen voor studenten met een beperking. Dit kan in de vorm van fysieke voorzieningen, zoals een rolstoeltoegankelijke entree van de gebouwen, maar ook in de vorm van speciale voorzieningen bij het studeren, zoals extra tijd voor studenten die moeite hebben met het maken van tentamens. Bij instellingen voor hoger onderwijs moet aan drie voorwaarden worden voldaan om studeren toegankelijker te maken voor studenten met een functiebeperking. Zo moet de aanpassing een belemmering wegnemen, moet de aanpassing noodzakelijk zijn en mag de aanpassing niet te duur zijn of teveel inspanning kosten. 
 
Of voorzieningen op hogescholen en universiteiten inderdaad de toegankelijkheid van het hoger onderwijs bevorderen voor studenten met een functiebeperking, wordt door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) gecontroleerd. Zij bepaalt of aan de wettelijke bepalingen over accreditatie, die onderdeel zijn van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, wordt voldaan. Deze bepalingen zijn opgesteld aan de hand van een onderzoek door de Inspectie voor het Onderwijs en advies van de commissie Maatstaf.
 

© Nationale Onderwijsgids