Normal_ontgroening

Urenlang met je hoofd naar beneden zitten, kaalgeschoren worden of liters water drinken. Ontgroeningsrituelen zijn van alle tijden. Toch liggen ze steeds meer onder vuur. Ook dit jaar weer, na geweldsincidenten bij het Amsterdamsch Studenten Corps (ASC). Reden om de ontgroening af te schaffen? Dat gaat universitair hoofddocent Arjaan Wit en emeritus hoogleraar Ton Robben te ver. Oud-lid Anouk gelooft wel in een verbod. “Het systeem moet op de schop.”

‘Afhaalchinees’, zo werd Anouk steevast genoemd tijdens haar ontgroening. Ze is geadopteerd uit Thailand, en zag er dus ‘anders’ uit dan de andere studenten. “In die tijd vonden veel mensen dat nog lollig”, vertelt ze. “Racisme was nog minder een thema.” Dat nam niet weg dat Anouk de opmerking als mensonterend ervaarde.

Niets van zeggen

Anouk werd in 1998 lid van RSV Sanctus Laurentius, een grote studentenvereniging in Rotterdam. Tijdens de algemene ontgroening – of ‘kennismakingstijd’ (KMT) zoals verenigingen de periode zelf noemen – was ze op vakantie. Dus deed ze mee aan de nakennismakingstijd, een kortere versie van de ontgroening.

Daar werd ze, samen met twee andere Aziatische meisjes, verplicht het verenigingslied te zingen met de ‘l’ in plaats van de ‘r’. Anouk: “Eigenlijk voelde ik me hier niet goed bij. Toch zei ik er niets van. Dat deed je niet, tijdens zo’n ontgroening. De machtsverhoudingen waren zo sterk. Dus zong ik schaapachtig mee.”

Hoofd in de wc

De twee keer dat ze zich wel uitsprak – waartegen weet ze niet meer – werd haar dat niet in dank afgenomen. Een van de ontgroeners duwde haar hoofd in de wc. En spoelde door. “Ik voelde me zo klein. Hoe kon iemand dit doen? En daar ook nog mee wegkomen?”

Toch trok Anouk ook toen haar mond niet open. “Dan is de hele vereniging tegen mij, dacht ik. Achteraf verbaast dat me nog steeds. Waarom heb ik nooit een klacht ingediend? Inmiddels kan ik mijn grenzen best goed aangeven, maar toen wilde ik erbij horen.”

Op de proef stellen

Ontgroeningsrituelen zijn van alle tijden, volgens Ton Robben. Hij is emeritus hoogleraar antropologie aan Universiteit Utrecht. Al in de 16e eeuw organiseerden studentenverenigingen ontgroeningen. Maar ook het leger, de brandweer of grote bedrijven maken gebruik van een vorm van ontgroenen. Net als sommige inheemse volken.

“Er zijn twee betekenissen van ontgroenen”, legt Ton uit. “De eerste is: iemand op de proef stellen, zodat die persoon als gelijke wordt behandeld. Dat zie je ook bij motorclubs of gangs, bijvoorbeeld in Centraal-Amerika. Daar moet je zelfs een moord plegen om lid te worden van de club.” De tweede betekenis? Een ontgroening als inwijdingsritueel, om deel te worden van de groep. Dat kan van alles zijn: van een clublied zingen tot liters alcohol drinken.

Band smeden

De twee betekenissen lopen soms door elkaar heen, stelt de antropoloog. En dan gaat het mis. “Je kunt als vereniging prima een ontgroening organiseren als inwijdingsritueel. Dat vergroot de saamhorigheid. Je gaat samen door een moeilijke tijd. Maar elkaar op de proef stellen? Dat kan tot vernedering en geweld leiden.” En zelfs tot de dood, zoals de Belgische student Sandra Dia in 2018 overkwam. 

Waarom gaan mensen zo ver? Daar zijn verschillende redenen voor, denkt Ton. “Het kan zijn dat iemand van hogerop de ontgroeners opdraagt niet te zachtzinnig te zijn. In sommige verenigingen is het ook de norm geworden. Het wordt van je verwacht hard op te treden. Daarnaast kunnen ontgroeners geïrriteerd raken als aspirant-leden niet doen wat ze zeggen. Dat tast hun autoriteit aan.” En ouderejaars hebben vaak zelf ook een pittige ontgroening meegemaakt. Nu zijn zij aan de beurt om nieuwe leden wat ‘mores’ te leren.

Minder heftig?

Universitair hoofddocent sociale en organisatiepsychologie Arjaan Wit (Universiteit Leiden) verwacht dat studentenverenigingen nog wel even door zullen gaan met ontgroeningen. Arjaan is gespecialiseerd in groepsdynamica. “Gezamenlijke beproevingen zorgen voor een groepsgevoel. Je krijgt persoonlijker en diepgaander contact met elkaar.”

Zulke initiatierituelen komen, in minder extreme mate, op veel plekken voor. “Bij ons op de universiteit moeten nieuwe medewerkers altijd het jaarlijkse vakgroepsuitje organiseren.”

Tijdsgeest is veranderd

Ondanks de excessen die in het nieuws komen, heeft Arjaan het idee dat de introductietijd tegenwoordig minder heftig is. “De tijdsgeest is veranderd. Vroeger vonden we het nog grappig om een stel feuten door de straat te zien rennen, als opgejaagd vee. Nu kijken we daar toch anders naar.”

Op universiteiten is er meer aandacht voor diversiteit en inclusie. Mensen worden mondiger en verenigingen liggen onder een vergrootglas. “Ik denk dat verenigingen zich nu echt wel bewust zijn van de gevolgen van een slecht imago.” Dat geldt ook voor de conservatieve wereld van het corps, denkt Arjaan. “Al weten we natuurlijk niet wat er achter gesloten deuren allemaal gebeurt.”

Onder de radar

De ontgroening afschaffen lost volgens de sociale psycholoog dan ook weinig op. “Dan gebeurt het onder de radar”, zegt hij. “In dispuutshuizen, bijvoorbeeld. En dan is er helemaal geen toezicht. Nu kan het verenigingsbestuur nog controle uitoefenen. Bovendien kun je in dispuutshuizen niet voorkomen dat het soms uit de hand loopt, bij jonge mensen met alcohol.” Wel benadrukt Arjaan dat wat voorzichtigheid belangrijk is. “Geweld en vernedering gaan echt te ver.”

Dat beaamt Ton. “Een ontgroening mag geen excuus zijn voor geweld. Als een voetballer tegen het hoofd van de tegenstander schopt, krijgt hij daar ook een straf voor.” Ook de emeritus hoogleraar gelooft niet in een verbod op alle ontgroeningen. “Als het zonder supervisie gebeurt, wordt het helemaal gevaarlijk. Openheid is beter.”

Groepsdruk doorbreken

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ontgroeningen niet meer uit de hand lopen? Die vraag krijgt Arjaan geregeld van studentenverenigingen. Zijn tips: Maak een draaiboek, waarin je de activiteiten van tevoren beschrijft. En hanteer het vier- of zesogenprincipe. Daarbij moeten de ontgroeners elkaar niet té aardig vinden. “De kans op incidenten is groter als de machthebbers vrienden zijn. Dan wijzen ze elkaar niet snel op grensoverschrijdingen. Een divers team kan de groepsdruk doorbreken.”

Wat ook werkt: plaats voor- en achternamen op t-shirts, zodat iedereen een naam is in plaats van een nummer. “Dat vergroot het verantwoordelijkheidsgevoel.”

Ton benadrukt ook het belang van toezicht, bij voorkeur van een buitenstaander. “En maak van tevoren duidelijk wat er gaat gebeuren. Dan kunnen mensen zelf een keuze maken. Is zo’n ontgroening wel wat voor mij?”

Apart gezet

Als Anouk van tevoren had geweten wat haar zou overkomen, was ze geen lid geworden. “Ik had al twijfels. Ik vond die groepsdynamiek maar apart. Maar ik kende ook de leuke kant van het verenigingsleven, doordat ik weleens met vrienden meeging naar de sociëteit.”

Haar ervaringen hebben niet voor mentale of emotionele schade gezorgd, maar ze hebben haar periode bij de vereniging wel sterk gekleurd. “Het voelde nooit als míjn studentenvereniging. Ik werd echt apart gezet, tijdens de kennismakingstijd. En ik had niet het idee dat ik mezelf kon zijn.” Na twee jaar besloot ze geen actief lid meer te zijn.

“Verenigingen gaan zo uit van uniformiteit”, zegt ze. “Iedereen draagt dezelfde kleding, niemand mag afwijken. Ik had een neuspiercing, maar die moest ik altijd uitdoen voor ik naar de sociëteit ging. Dat vond ik lastig. We moeten juist oog hebben voor diversiteit, denk ik.”

Bestaand systeem aanpassen

Als het aan Anouk ligt, mogen ontgroeningen helemaal afgeschaft worden. “Die ontgroeningen met dat extreme machtsvertoon sowieso. Ik snap ook wel dat er een vorm van kennismaking plaatsvindt. Het is heel menselijk om die binding te willen ervaren.”

Maar ze gelooft er ook in dat iets soms eerst compleet afgeschaft moet worden, voordat het weer in normale vorm opgebouwd kan worden. “Het bestaande systeem is verrot. Het moet op de schop. Want zeg nou zelf, zulke taferelen passen toch helemaal niet meer in onze huidige maatschappij?”

Door: Nationale Onderwijsgids / Bente Schreurs