NOG Wat is speciaal onderwijs?

Speciaal onderwijs is onderwijs voor kinderen met beperkingen. Het onderwijs wordt gegeven op gespecialiseerde scholen. Er is speciaal onderwijs voor zowel de basisschool als het voortgezet onderwijs. Binnen het speciaal onderwijs wordt er onderscheid gemaakt tussen speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs (vso) en speciaal basisonderwijs (sbo). 

Speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs

Leerlingen in het speciaal onderwijs gaan meestal na hun 12e naar het voortgezet speciaal onderwijs. Vooraf, van hun 4e tot hun 12e, volgen ze meestal speciaal onderwijs. Naast het speciale onderwijs bestaat er ook nog speciaal basisonderwijs (sbo). Op sbo-scholen zitten kinderen die moeilijk leren, kinderen met opvoedingsmoeilijkheden en alle andere kinderen die speciale ondersteuning en aandacht nodig hebben. Het verschil tussen sbo-scholen en scholen voor speciaal onderwijs is dat de sbo-scholen dezelfde kerndoelen als reguliere basisscholen aanhouden, de leerlingen krijgen alleen meer tijd om deze doelen te behalen (tot hun 14e). Voor het speciaal onderwijs zijn aparte kerndoelen opgesteld. Op sbo-scholen wordt het onderwijs daarnaast in kleinere groepen aangeboden en werken er meer deskundigen. Na het speciaal basisonderwijs gaan leerlingen naar het vmbo, het praktijkonderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs.

Voortgezet speciaal onderwijs

Het voortgezet speciaal onderwijs is voortgezet onderwijs voor kinderen met een beperking en heeft als doelstelling zoveel mogelijk leerlingen voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Het voortgezet speciaal onderwijs heeft drie uitstroomprofielen: een voor arbeidsmatige dagbesteding, een voor de (beschermde) arbeidsmarkt en een met als doel een diploma voortgezet onderwijs te behalen. Afhankelijk van de mogelijkheden van de leerling wordt hij of zij in een van deze drie profielen ingedeeld.

Wanneer wordt gekozen voor speciaal onderwijs?

Als een leerling problemen heeft waar een reguliere school niet mee overweg kan, kan worden besloten hem te plaatsen in het speciaal onderwijs. De scholen in het speciaal onderwijs zijn meer gespecialiseerd in leer- en gedragsproblemen van kinderen. Leerlingen krijgen er standaard onderwijs, maar worden intensiever begeleid. Scholen voor speciaal onderwijs zijn gebonden aan dezelfde urennorm die geldt voor het reguliere basisonderwijs. Dit houdt in dat leerlingen vanaf 13 jaar een minimum aantal van 1000 uur per schooljaar onderwijs moeten volgen. Voor het speciaal onderwijs gelden er andere kerndoelen dan voor het reguliere onderwijs. 

Wat zijn de clusters in het speciaal onderwijs?

Het speciaal onderwijs is onderverdeeld in vier clusters. De leerlingen worden ingedeeld in een bepaald cluster afhankelijk van de soort beperking die ze hebben. 

Cluster 1: blinde en slechtziende kinderen

Hieronder vallen scholen voor visueel gehandicapte of meervoudig gehandicapte kinderen die slechtziend of blind zijn. Een groot deel van deze kinderen neemt deel aan het reguliere onderwijs onder speciale begeleiding. De rest gaat naar speciale scholen.

Cluster 2: dove en slechthorende kinderen

Hieronder vallen scholen voor dove en slechthorende kinderen, voor kinderen met taal- of spraakmoeilijkheden en voor kinderen met problemen in de communicatie. Voor kinderen tot vier jaar die les volgen op een school voor dove of slechthorende kinderen is een afwijkende urennorm van kracht. De leerlingen moeten een minimum van 880 uur per schooljaar onderwijs krijgen.

Cluster 3: gehandicapte en langdurig zieke kinderen

Hieronder vallen scholen voor lichamelijk en/of geestelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk), scholen voor langdurig zieke kinderen (lzk) en scholen voor kinderen met epilepsie. 

Cluster 4: kinderen met stoornissen en gedragsproblemen

Hieronder vallen scholen voor kinderen met psychiatrische stoornissen en/of ernstige gedragsproblemen, zeer moeilijk opvoedbare kinderen (zmok), scholen die aan pedologische instituten zijn verbonden en gesloten jeugdinrichtingen. 

© Nationale Onderwijsgids