Meer maatwerk nodig voor leerlingen met rekenproblemen

Als een leerling niet meekomt met rekenen, krijgt deze volgens wetenschapper Marije Huijsmans te snel het label rekenzwak opgeplakt. Een term die de lading niet dekt en die de leerling kan demotiveren. Haar advies? “Onderzoek waar zijn sterke en zwakke punten liggen, zodat je hem verder kunt helpen.” Dit meldt Leraar24.

In haar onderzoek richtte Marije Huijsmans zich op leerlingen met rekenproblemen (niet te verwarren met dyscalculie). Huijmans: “Het verschil tussen een leerling met een rekenprobleem en een leerling met dyscalculie, is dat dyscalculie een officiële stoornis is met vaststaande criteria. Zo heeft een leerling met dyscalculie een flinke rekenachterstand ten opzichte van leeftijdsgenoten, is er geen verbetering zichtbaar na meer dan zes maanden rekenhulp en kun je een duidelijk verschil aanwijzen tussen de rekenvaardigheid van de leerling en datgene wat je op basis van zijn cognitieve ontwikkeling mag verwachten.”

Rekenproblemen

De oorzaken van rekenproblemen zijn divers. Dat blijkt uit de conclusies van Huijsmans na analyse van een dataset van bijna 300 basisschoolleerlingen. “Ik wilde weten of je cognitieve vaardigheden kunt aanwijzen die leerlingen met rekenproblemen missen. Denk aan getalbegrip of het werkgeheugen. Dat blijkt niet het geval. Ik heb juist ontdekt dat de individuele verschillen tussen leerlingen – zowel mét als zonder rekenproblemen – groot zijn. De rekenproblemen zelf verschillen van elkaar, maar ook de oorzaken. Vaak is er sprake van een mix aan zwakke of ontbrekende cognitieve vaardigheden die per leerling kan verschillen. Maar ook andere redenen, zoals omgevingsfactoren, spelen mee.” 

Waardevolle informatie

Het is volgens Huijsmans te kort door de bocht om een leerling het etiket rekenzwak op te plakken. “Het ligt veel gecompliceerder. Een kind dat slecht is in redactiesommen, kan misschien wel goed klokkijken of met maten rekenen. Als leerkracht is het belangrijk dat je naar de sterke en zwakke punten van een leerling kijkt en die gebruikt om hem verder te helpen. Daarvoor heb je veel informatie voorhanden. Analyseer het nagekeken werk en observeer tijdens de instructie. Gaat de instructie te snel? Heeft de leerling moeite met logisch redeneren? Of zijn getallen te abstract voor hem? Als een leerling niet mee komt, probeer dan te achterhalen in welk domein het probleem ligt. Dat is waardevolle informatie, omdat je de leerling daarmee gericht kunt helpen. Bijvoorbeeld door hem meer tijd te geven, hem extra te laten oefenen of hem de basis (opnieuw) bij te brengen.” 

Automatiseren

Wat Huijsmans opviel tijdens haar onderzoek, is dat veel leerlingen moeite hebben met automatiseren. “Als je niet in staat bent simpele optelsommen of keersommen uit je hoofd uit te doen, dan leidt dat tot problemen zodra sommen complexer worden.” Huijsmans raadt leraren daarom aan veel aandacht aan dit onderdeel te schenken. “Automatiseren wordt vaak geassocieerd met saai stampen, terwijl je er ook leuke werkvormen mee kunt bedenken, zoals dobbelen en de ogen optellen of vermenigvuldigen. Energizers die je elke dag op een vast moment 10 minuten aanbiedt, kunnen echt een verschil maken. De kracht zit hem in de herhaling, die is belangrijk voor het langetermijngeheugen.”

Als leraar investeren

Op papier klinken Huijsmans woorden prachtig, maar ze realiseert zich dat het leerkrachten soms aan tijd ontbreekt om extra met automatiseren aan de slag te gaan of maatwerk te kunnen leveren. Ook daar heeft ze een oplossing voor bedacht: “Volg methodes niet blindelings, maar ga na welke leerdoelen belangrijk zijn tijdens een leerjaar. De meeste rekenmethodes bevatten ook opvullessen die niet essentieel zijn, of zelfstandige verwerkingsopgaven die weinig te maken hebben met het eigenlijke leerdoel. Durf die te schrappen of als extra taak aan te bieden aan sterke rekenaars. De tijd die je overhoudt, kun je dan in automatiseren en maatwerk steken. En ja, ik geef toe dat je daarin moet investeren, maar ik ben ervan overtuigd dat het veel resultaten oplevert.”

Door: Nationale Onderwijsgids