Normal_docent_leraar_school_les_onderwijs

In 2017 gaf 29 procent van alle werknemers aan regelmatig over te werken. Van de docenten en onderwijsassistenten werkt 45 procent regelmatig over. Zeven op de tien werknemers werkten soms of helemaal niet over. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over overwerken.

In de Enquête beroepsbevolking (EBB) wordt aan werknemers van 15 tot 75 jaar onder meer gevraagd of zij overwerken. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen soms, regelmatig of niet overwerken. Managers werken het vaakst regelmatig over (56 procent). Ook werknemers met een pedagogisch beroep, zoals docenten en onderwijsassistenten, werken regelmatig over (45 procent). Werknemers met een dienstverlenend beroep, zoals horecapersoneel en schoonmakers, doen dit het minst vaak.
 
Regelmatig overwerken wordt door mannen vaker gedaan dan door vrouwen: 32 procent en 26 procent. Mannelijke en vrouwelijke werknemers geven nagenoeg even vaak aan dat ze soms overwerken. Werknemers die regelmatig overwerken, deden dat in 2017 gemiddeld 6 uur per week, werknemers die soms overwerken maakten 3 overuren per week. Dit betreft zowel betaalde als onbetaalde overuren. Hoogopgeleiden (40 procent) geven vaker aan dat ze regelmatig overwerken dan laagopgeleiden (18 procent) of middelbaaropgeleiden (26 procent).
 
Van werknemers in de leeftijdsgroep van 25 tot 35 jaar werkte 35 procent regelmatig over. Zowel jongere (15 tot 25 jaar) als oudere werknemers (65 tot 75 jaar) verrichten minder vaak overwerk op regelmatige basis, te weten 16 procent en 15 procent. Een groot deel van de jongere werknemers volgt nog onderwijs en heeft naast de opleiding een baan met een klein aantal uren. Bij deze bijbanen komt overwerken minder vaak voor. 
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids