Normal_jongere__probleemjongere__jeugd__hek

Drie wetenschappers stellen dat de hersenen van terugkerende Nederlandse kinderen van IS-strijders nog positief te beïnvloeden zijn, zodat het risico op crimineel of geradicaliseerd gedrag later verkleind kan worden. Hoogleraar Erik Scherder en universitair docenten Elianne Zijlstra en Carla van Os concluderen op basis van bestaande studies dat nooit is bewezen dat kinderen uit een geradicaliseerde familie onherstelbaar beïnvloed zijn. Dit meldt NRC. 

Kinderen van IS-strijders groeien op in een oorlogsgebied en hebben mogelijk trauma’s, missen empathische gevoelens en voelen weinig angst. Het risico op crimineel gedrag is daardoor hoger, maar toch zijn ze te helpen, stelt Scherder.
 
Hij baseert zijn uitspraak op conclusies van een onderzoek naar jongvolwassenen binnen een radicale Pakistaanse beweging in Barcelona. “Door sociale interventies, zoals kritische vragen uit hun omgeving, waren zij minder bereid geweld te gebruiken. Dus er is wat te halen, zeker als je het over kinderen hebt.” Jonge kinderen hebben hersenen die nog volop in ontwikkeling zijn en daardoor sterk positief te beïnvloeden.
 
Het lastige aan de hele discussie is dat áls de kinderen worden teruggehaald, ze in principe zonder ouders moeten komen. Onderzoeker van Os vindt dat kinderen alleen teruggehaald kunnen worden als hiervoor een hele goede reden is, bijvoorbeeld als ouders zelf een schadelijke omgeving creëren voor hun kinderen. Ouders die wel voor hun kinderen kunnen zorgen, zouden mee terug naar Nederland moeten. Echter, daar voelt de politiek niet veel voor, gezien de hoge veiligheidsrisico’s die daarmee gepaard gaan.
 
Door: Nationale Onderwijsgids