Kinderdagverblijven bieden speciale app aan om kind in de gaten te houden

Veel kinderdagverblijven hebben een speciale app, waarop de ouder het kind kan volgen als ze niet in de buurt zijn. Docent pedagogiek van de Universiteit Utrecht Tjitske de Groot bracht haar dochter naar een kinderdagverblijf en kreeg zo te horen over de app. Ze zet zo haar vraagtekens bij deze trend om je kind te volgen. Dat meldt NPO Radio 1.

Per app verschilt het, maar je er kunnen foto’s van je kind op binnenkomen, maar ook dagverslagen. In het verslag staat hoeveel er wordt gegeten, gedronken, gepoept en geslapen. Eigenlijk alle informatie over je kind staat erin.

Pushberichten 

De Groot maakt zich daarover zorgen. “Het is natuurlijk heel controlerend dat je altijd in contact staat met je kind.” De app stuurt zelfs pushberichten als er iets gebeurt met het kind. “Dat gebeurt het meest met foto’s, maar ook dat verschilt per app”, aldus De Groot.

De Groot koos er zelf bewust voor om de app niet te installeren. “De eerste keer dat ik op de opvang kwam werd mij het concept ervan uitgelegd. Toen heb ik al vrij snel aangegeven dat het voor mij niet hoeft.”

Leuke foto van je kind 

Bij Hoera Kindcentra in Limburg maken ze ook gebruik van een app. ‘We hebben deze app vooral omhet het handig is voor ouders om hun kinderen aan- en af te melden, en om kleine berichten te sturen. Daarnaast vinden veel ouders het erg prettig om overdag eens een leuke foto te krijgen”, aldus Rudie Peeters, bestuurder bij de kindercentra.

Volgen van kinderen 

De Groot is het met Peeters eens dat het leuk is om contact te houden met je kind. Ze denkt echter ook dat er veel negatieve gevolgen aan kunnen zitten. “Het contant in verbinding staan en ook dat kinderen constant op de foto staan. We beginnen nu al heel jong met het volgen van kinderen met applicaties. Dat gaat op latere leeftijd ook al verder. Op de middelbare school kunnen ouders tenslotte ook al de voortgang van hun kind controleren. We stellen er weinig vragen over omdat we het heel normaal vinden, maar daar zijn wel zorgen over.”

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk